De door dat bureau ontworpen rekenplaten zijn in 1920 uitge geven bij Gauthier-Villars. Italië en Oostenrijk stichtten een dergelijk bureau Duitschland was hiermede laat, n. 1. eerst in 1919 na een artikel van Herman Cranz „Ueber das entwerfen von Nomogrammen", in den 13den jrg. van de Artilleristische Monatshefte, maar heeft sedert dien de achterstand ingehaald door met kracht te werken aan de ont wikkeling der Nomografie. Zeer vele tijdschriftartikelen en boeken zijn daaromtrent verschenen, terwijl ook het meermalen in de Ingenieur vermelde bureau van Ir. Paul Leybold te Geisslingen- Steige (Würtemberg) moet worden genoemd, dat portefeuilles met rekenplaten uitgeeft voor een of ander technisch doel. Is ons land verscheen in 1926 een boekje van J. W. N. Ie Heux^ leeraar aan de Koninklijke Militaire Academie te Breda, 63 blad zijden en 31 figuren (Deventer, A. E. Kluwer) en thans het boek van J. C. G. Nottrot, Kapitein der Genie, waarvan hier een bespre king volgt 5). Blijkbaar heeft god Mars een overwegenden invloed in de no mografie. Hebben misschien daarom de wiskundigen in ons land zich afzijdig gehouden? Toen in December 1930 voor het eerst in den kring van wiskundigen een voordracht werd gehouden over nomografie, deelde de spreker mede, dat geen enkel Univer siteitsbibliotheek een boek over dat vak bezat, en slechts boeken konden worden verkregen uit de Bibliotheek der T. H. S. te Delft'U Uit het bovenstaande blijkt wel, dat wij op dit gebied bijzon der achter zijn Moge het er echter wat toe bijdragen, de belangstelling voor dezen interessante tak van wetenschap bij onze officieren op te wekken. 412 5) Deze bespreking blijft hier achterwege. De studie van dit boek wordt echter ten zeerste aanbevolen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 66