telegrammen, welke tusschen de geallieerde Hoofdkwartieren moes ten worden gewisseld, vaak verzonden moesten worden via neutrale landen, waar de tegenpartij (evenals trouwens de geallieerden zelf) centra van spionnage had. Dat deze omstandigheid niet vóór het uitbreken van een oorlog was voorzien, kan zeer zeker als een leemte of een kortzichtig heid worden aangemerkt (a bon entendeur etc De berichtenwisseling te velde door middel van radiotelegrafie werd al spoedig zóó overstelpend, dat de onderscheidene luister posten, welke de radiogrammen opvingen, moeite hadden met het juist opnemen daarvan, en de teksten van éénzelfde bericht, door verschillende posten opgevangen, zelden overeenstemden. Men breidde toen aan Fransche zijde het aantal luisterposten uit, om op deze wijze als het ware de meerderheid te doen uit maken, welke der opgevangen lezingen de juiste was, doch het daarmee beoogde resultaat werd niet bereikt, daar ook het aantal verschillende interpretaties evenredig toenam. Oorzaak gebrek aan voorbereiding en oefening in vredestijd Dat aan de Duitsche geoefendheid in het vercijferen veel ont brak, bleek wel ondubbelzinnig uit het groote aantal verzoeken om herhalingen, welke verzoeken vaak in klare taal wet den gedaan en beantwoord. Spoedig deden sommige Korpsen (speciaal de Cavalerie; be ruchte telegrammen van von Marwitz) algeheel afstand van vercij- fering. De oorzaken waren o. a. dat de Duitsche vercijferingssystemen te gecompliceerd waren, alsmede dat het vercijferingspersoneel te weinig geoefend was in het toepassen er van. Sommige draad- looze stations trokken te velde zonder instructies aangaande de vercijfering te hebben ontvangen, en eveneens zonder aanwij zingen omtrent te gebruiken golflengte en oproepseinen. In de eerste dagen van den oorlog moesten de Chefs van Cavalerie-Korpsen zich maar onderling met elkander verstaan ten aanzien van de draadlooze berichtenwisseling. De uitgezonden radiogrammen kwamen dan ook vaak zéér langzaam door, ongerekend nog den voor het ver-(ont-)cijferen daarvan benoodigden tijd. Soms moesten ze 3 a 4 maal worden herhaald. Het is dus alleszins begrijpelijk, dat men al spoedig geheel afstand deed van vercijfering. Een analoog verschijnsel had plaats in het Russische leger (zie aldaar). Toch is dit algeheel afstand doen van vercijfering niet zóó heel ergin het bijzonder niet, wanneer men dit van het heden- daagsche standpunt beschouwt. Wat toch is het geval Thans weet men met zekerheid, dat een verzonden klaar bericht door den vijand wordt meegelezen. 352

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 6