416 het onmiddellijk krachtig onder vuur wordt genomen, totdat het doel weer verdwenen is. Bij een terugtocht geven de gewonden de meeste zorg, omdat hun vervoer, zoolang ze moeten worden gedragen, uiterst langzaam gaat, zij toch z. v. m. moeten worden medegenomen, er bij de onvervoerbaren personeel (zij het een minimum) moet worden achtergelaten, terwijl ten slotte zoolang de troep nog niet geheel los van den vijand is, de kans blijft bestaan, dat er steeds gewonden bijkomen. Hoewel de terugtocht voor het grootste deel van den troep gaat door het terrein en langs de wegen waar zij reeds zijn geweest, acht de Bat. C. het toch noodzakelijk bij de moeilijke gedeelten (de overgangen van de riviertjes) gidsen ter beschikking te hebben, daarom zendt hij deze uit, reeds zoodra er kans op een terugtocht is, zij hebben nu de gelegenheid voldoende met het terrein vertrouwd te raken. De Bat. C. overweegt nu wat hij te doen heeft om te voorkomen dat op het p.p. bij DJATINOENGGAL, waar drie cien. langs zullen trekken (den door de genie gemaakt wordenden overgang wil hij vrijhouden voor de Det.-R. gev. bev.), opstopping komt. De le cie. geeft geen moeilijkheden, omdat deze het eerst kan afmarcheeren en al een ruimen voorsprong heeft. De 2e (re) cie. mag niet terug, aleer de 4e cie, die verder is doorgedrongen, op dezelfde hoogte is gekomen, bovendien zal het de 2e cie. meer tijd kosten om kg. PASIRPANDJANG te bereiken (zij moet de TJ1 GENTOER nog over) dan de 4e cie. Veel moeilijkheden behoeft het hier dus niet te geven. In zijn volgend bevel zal hij er echter nog wel zijn aandacht aan wijden C. 4.45 n. m. ontvangt C. I.-l R. I. het Det. bevel no. 32 (1. M. T. no. 3 blz. 240). Naar aanleiding hiervan gaat uit: 1-1 R.I. TJIGERELENG, 3-l-'31, 5 n. m. No. 28. BATALJONSBEVEL voor den terugtocht. 1. Eigen troepen. Det. A. trekt na invallen van de duisternis terug achter de TJI DJAGRAG en daarna verder tot achter de TJI RASIAH. 2. De terugtocht van 1-1 R.I. wordt beveiligd door een achter te laten scherm, dat één uur na de overige troepen terugtrekt. 3. Sterkte en samenstelling beveiligend scherm. C.Kapt. V. (C. 4e cie). Van de 2e, 4e en 3e cie per sie in voorste lijn achterlaten: hoogstens 1 K. en 1 K.M. groep onder een sie C. Van pel. M.één sie. OPDRACHTIedere voorw. beweging van vij. afdn. krachtig onder vuur nemen. Tot hef aangegeven tijdstip stand houden, daarna sprongsgewijze teruggaan achter de lijn PASIRPAN DJANG—200 m. N. DJAMBAN.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 70