424 daardoor het probleem goede verbinding „voorste infanterie-artillerie" onop losbaar en bepleit het toevoegen van een afdeeling van 3 battn a 4 stukken 75 mm begeleidingsartillerie aan de divisie, dan wel een dgl. batt aan het regiment, evenals zulks in de Reichswehr het geval is met het kanon. F. K.96/1Ó. De 75 zou daartoe eenige wijzigingen moeten ondergaan, vnl. strekkende om den vuurmond lichter en beweeglijker te maken (mechanische voortbeweging; gekromde baan door verminderde lading en gebruik van een plaquette Schr. verwacht van het organiek indeelen van art. bij de inf. behalve mate- rieele ook moreele voordeden en zegtLa penetration intime des deux ar mes infanterie et artillerie procurer a des avantages dlautantplus importants que la conduite des combats futurs exigera de leurs cadres me technicitesans cesse accrue Les artilleursau contact quotidiën de leurs camarades d infanterie pénétreront de cette noble pensée que rien n(est si grand ui si beau que Vaide efficace a apporter a ce grand sacrifiéa ce grand martyr de la guerre qu'est le fantassin11. Hoewel ook n.o.m. „on n'est jamais si bien servi que par sai-même, dus een begeleidende vuurmond o. m. als anti-tank geschut bepaald onmisbaar is en wij niet uit het oog verliezen, dat er practisch 3/4 a 1 uur zal verloopen alvorens in het gevecht de art. haar vuur kan openen op een bepaald doel, waarop vuur wordt verzocht gerekend vanaf het oogenbhk, dat de nood- zakelijkheid daarvan zich in de voorste lijn openbaart - achten wq schr. s opvatting van het vraagstuk, nl. dat directe steun, door de art. te verkenen, practisch onmogelijk is, minder juist. Ongetwijfeld is het aantal wnjvmgen van allerlei aard op het gevechtsveld legio en is het onmogelijk om de infanterie a la minute te bedienen, doch daaruit mag niet worden geconclu deerd, dat de materieele en moreele steun van de art. gering zou zijn. lournal United Service Institution. Febr. 1932. Some reflections on modern tacticsby Major R. Macleod. (compiled from notes taken on manoeuvres, excercises *nd staff rides during the past two years at H. Q. Meerut District, India) Schr. merkt op dat strengths of forces can no longer be reckoned in bayonets, sabres and guns, since the fighting efficiency of a small, mechanically armed and propelled force, may be many times greater than that of a much larger but worse armed and more slowly moving body of troops'1. Hij noemt als voornaamste wijzigingen: a. een groote toename van het aantal en het vermogen van de automatische wapenenb. een toename van het aantal, de soort en het vermogen van bewapende c. q. gepantserde voer tuigen c. algemeene invoering en verbetering van de radio d. toename van het aantal vliegtuigen en de geschiktheid daarvan voor den aanval zoovvel overdag als 's nachts. Als gevolg van een en ander :a. overheerscht de machine en niet de man op het gevechtsveld en wel bij den aanval de tank, bij de verdediging de mitrailleurb. kunnen de operaties "iet veel grooter sne heid worden uitgevoerd; c. zijn frontbreedten en gevechtsdiepten zoowel bij aanval als verdediging, aanmerkelijk toegenomen; d. is de verdedigende kracht van kleine afdeelingen zeer toegenomen; e. is een krachtige verdedi ging naar alle zijden noodig tegen pantserauto's enz., ook door afdeelingen en diensten, welke gedekt door voorliggende troepen op reden; zqn gecon centreerde formaties, zoowel tijdens den marsch als in rust, ongewenscht; O. is het binnendringen in 's vijands stelling moeilijker dan vroeger, vnl. door 'de enfileerende werking der autom. wapenen: om voldoende manoeuvreer ruimte te hebben, moet het binnendringen over groote frontbreedte, minstens 3000 m., plaats vinden, terwijl meer dan ooit tegen omvatting moet worden gewaakt; h. zijn verbinding en samenwerking vereenvoudigd, i kan de vuurkracht gemakkelijker worden geconcentreerd; J. kunnen verkenningen over grootere breedte en afstand worden doorgezet, waardoor de kans op verrassing is afgenomen Schr. behandelt vervolgens den opmarsch, den aanval en de vervolging, waarbij hij tot de volgende conclusies komt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 78