Thans kan men dus een verzonden klaar radiogram be schouwen als evenzeer te zijn verzonden ten behoeve van den vijand; men kan dus daarin den geadresseerde juist zóóveel mee- deelen, als de vijand mag weten. Vercijfert men daarentegen een „geheim" bericht niet algeheel volgens de gestelde regelen, dan waant men het geheim veilig, doch loopt ernstig kans om op zeer onaangename wijze uit dien zoeten waan te worden geholpen. Daarom men vercijfere GOED of men vercijfere NIET Eerst op 1 October werd de eerste Duitsche sleutel ontsluierd door de inmiddels naar Bordeaux verplaatste section du chiffre. Dit resultaat zou ongetwijfeld eerder zijn verkregen, indien men voortvarender ware geweest met het opzenden van voor de cryp- tologen waardevolle gegevens. Kolonel Givierge haalt in zijn artikel „Questions de Chiffre" (R. M. F. 1921) een goed en een foutief voorbeeld van opzending aan. De bemanning van een op 21 Augustus te Celles neergestorte Zeppelin had de op vercijfering betrekking hebbende documenten niet vernietigd. Die stukken kwamen den 22sten reeds bij het G. Q. G. en den 23sten op het Ministerie. Dit was het gevolg van het feit, dat die stukken onmiddellijk waren ter hand gesteld aan den sous-chef van den staf van het 21e Korps, Overste Thévenin, die toevallig lid was van de Commission de Cryptographie mili taire, en die dus de hooge waarde van die documenten onmid dellijk onderkende. Daarentegen kwam een aanteekenboekje, dat een aanwijzing inhield aangaande voorheen gebruikte sleutels, dat op 20 Sep tember te Fontenay-la-Joute was gevonden, eerst op den 28sten September te Bordeaux aan. Dit laatste was het gevolg van het gebrek aan inzicht bij de verschillende gezaghebbenden omtrent de waarde van verschillende gegevens voor de ontsluiering van cryptogrammen. En dit gebrek vertoonde zich waarlijk niet alleen bij de lagere gezaghebbendenik zal nog gelegenheid hebben, dit straks nader aan te toonen. In Frankrijk was het aanvankelijk de gewoonte om, wanneer een sleutel van een vijandelijk geheimschrift was ontdekt, dezen aan de verschillende Legers mede te deelen, doch het gevolg was, dat onmiddellijk daarna alle telefoonlijnen overbelast werden door gesprekken betreffende ontcijferde berichten. Reeds op 3 October dus na tweemaal 24 uur moest van het G. Q. G. een circulaire uitgaan, om aan dit hoogst gevaarlijke bedrijf een einde te maken. Het resultaat was echter gering, blijkende uit het feit dat, toen op 21 October d. a. v. een nieuw ontdekte sleutel aan de Legers werd bekend gemaakt, deze be kendmaking wederom van een circulaire vergezeld ging, waarvan 353

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 7