doet. Wordt met vier mitrailleurs geschoten (twee voormitrailleurs
van het middelste en twee maal één achtermitrailleur der beide
buitenste toestellen) en is de weg 4 m. breed dan krijgen wij
per m2. wegoppervlak '/4 projectiel, of wel één projectiel per vier
m2. Verder zal van het richten, gezien de groote hoeksnelheid der
vliegtuigen, niet veel terecht komen.
Beter wordt het, wanneer scherfbommen worden gebruikt, hoe
wel het richtprobleem ook hierbij niet eenvoudig is en vele bom
men terecht zullen komen op weggedeelten, waar zich geen doelen
bevinden.
De troepencommandant, die vliegtuigen tot zijn beschikking
heeft, overwege vóór het geven van een opdracht voor een slag-
aanval dus goed, of het te bereiken resultaat het inzetten van het
kostbare vliegtuigmateriaal wel rechtvaardigt.
Wat bereikt men nu in hoofdzaak met een slagaanval
Ie. Een groote moreele uitwerking.
2a. Tijdwinst, (het doel moet zich dekken en kan dus niet
voorwaarts gaan terwijl, wanneer voertuigen of Artillerie
bespanningen worden getroffen, dit oponthoud van den
aangevallene zeer langdurig kan zijn).
Volledigheidshalve moge de aandacht er nog op gevestigd wor
den, dat scherfbommen ook van groote hoogte kunnen worden
geworpen (een vertraging is dan niet noodig) terwijl jagers in
staat zijn deze bommen in z. g. „duikvlucht" af te werpen. Deze
beide aanvalsmethoden liggen echter buiten het gebied van den
slagaanval.
Bandoeng, April 1932.
AANKOMST IN NEDERLAND.
Dringend verzoek aan de in Europa vertoevende
Officieren^ steeds hun adres op te geven aan den
correspondent Kapitein-Intendant
J. Kooijt Antonie Heinsiusstraat 17, 's-Gravenhage.
529