530 5. NOMOGRAFIE. Naar aanleiding van het artikel „Nomografie" van de hand van Ir. Th. Canter Visscher, voorkomende op blz. 409 van het I. M. T. jaargang 1932 No. 5 zij het mij vergund het navolgende onder de aandacht van de lezers van het I. M. T. te brengen le. Door den schrijver worden eenige voorbeelden gegeven van artilleris- tische toepassingsmogelijkheden van Homogrammen ontleend aan buitenlandsche literatuur, terwijl ook voor andere voorbeelden van dergelijke nomogrammen wordt verwezen naar eenige buitenlandsche tijdschriften. De schrijver eindigt zijn artikel met de verzuchting:,, Uit het bovenstaande blijkt wel, dat wij op dit gebied bijzonder achter zijn. Moge het er echter wat toe bijdragen de belangstelling voor dezen interessanten tak van wetenschap bij onze officieren op te wekken". 2e. Ik vermeen, dat door het vorenstaande de schrijver een verkeerden indruk bij een deel der lezers van het I. M. T. zal hebben gevestigd, nl. dat de nomografie een nog onbekende tak van wetenschap is bij de officieren van het Indische Leger. Dit laatste nu is geheel onjuist. Sinds 1930 zijn in de „Tabellen en Grafieken, behoorende bij de schoots- tafels van de Indische Artillerie (tot op heden zijn verschenen „Tabellen en Grafieken" behoorende bij de schootstafel van 7.5 cm. Bg., 7.5 cm. Vd., 7.5 cm. L/30, 10.5 cm. Hw. en 12 cm. Hw. A.) nomogrammen opgenomen voor de schietfactoren: C,00, Cz, Ca en C, (zie V.S.A. uitgave 1931). Batoedjadjar, 20 Mei 1932. A. VAN OOSTEN. Kapitein der Artillerie. Voorzitter van de commissie van Proefneming. 6. ORGAAN VAN DE N.I.O.V. No. 4 APRIL 1932. Het April-No. opent met een „In memoriam" voor den te vroeg ontslapen makker, den lsten Luitenant der Infanterie A. Reyntjes, overleden, te Padang op 26-3-'32. W.J. Lucardie vervolgt zijne beschouwingen over „Het verre Oosten in 1931" en komt hiermede thans aan het einde van het overzicht van de ge beurtenissen in China. Het afgeloopen jaar is voor China een allesbehalve gunstig jaar geweest, want behalve dat het te lijden had van de algemeene wereldcrisis en van den strijd tegen Japan, werd het geteisterd door inwendige woelingen en bovendien door groote overstroomingen, welke een zeer groot deel van het vruchtbaarste gebied verwoestten. De kap. der inf. L.H. Lisnet houdt een uitvoerig betoog over „De Hoofd taak van ons legerwaarbij worden behandeld, welk soort verzet h. 1.1. bij opstanden kan worden verwacht en op welke wijze onze troepen daartegen zullen kunnen ageeren. Volgen een opgave van de vragen, gesteld bij het in 1932 afgenomen exa men voor toelating tot de H. K- S. (tact. studiën) en een beoordeeling van de colonnewedstrijden van het XlVe wapenfeest van de K. N. I. O. S.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 102