534 Beziet men de nuchtere feiten, zegt deze schrijver, dan moet worden gezegd, dat het chemische wapen, voortkomende uit de samenwerkende chemische en vliegtuigindustrie een „arme du riche" is. Slechts de landen, die over voldoende grondstoffen beschikken en een goed uitgeruste industrie in dit opzicht bezitten kunnen er een ruim gebruik van maken. De genoemde industrieën moeten zich snel aan de militaire behoeften kunnen aanpassen.Belangrijke financieele offers moeten kunnen worden gebracht. In den wereldoorlog bouwde Duitschland 47637 vliegtuigen, Frankrijk 67682, Engeland 50000 en Amerika 11200. In de jaren na 1918 hebben beide industrieën zich sterk ontwikkeld. Ver wacht moet worden, dat het chemische wapen in een toekomstigen oorlog een groote rol zal spelen. De strijd tusschen gas en masker is te vergelijken met die tusschen projectiel en pantserplaat, die steeds door eerstgenoemde werd gewonnen. Tal van denkbeelden zijn geopperd om deze bedreiging te voorkomen. Le vert de „démilitarisation" van het vliegtuig reeds groote moeilijkheden op, die der chemische strijdmiddelen biedt zoo mogelijk nog grootere. In den laatsten tijd is de mogelijkheid geopperd door een conventie de hoeveelheden chemische stoffen, die als strijdmiddel dienst kunnen doen of die daarin door eenvoudige bewerkingen kunnen worden omgezet, te beper ken, door de hoeveelheden aan te geven, die van deze stoffen in elk land, uitsluitend voor industrieele doeleinden, aanwezig mogen zijn. Hierop dient dan internationale controle te worden uitgeoefend. Dit is echter practisch vrijwel onmogelijk o. a. reeds door de fabrieksgeheimen. De omschrijving der tweede categorie stoffen biedt vele moeilijkheden. In korten tijd kan de industrie door overproductie groote voorraden aanmaken. Alleen als alle industrieën op dit gebied door den Staat zouden worden bestuurd acht schrijver afdoende controle mogelijk. Hij verwacht echter een grooten invloed ten goede van „ententes industrielles internationales". Deze zouden niet alleen de productie en handel kunnen regelen, maar ook een controle over de voor militaire doeleinden biuikbare voorraden in het leven kunnen roepen. Dergelijke ententes bestaan reeds als gevolg van de Confé rence économique internationale van 1927. Schrijver komt tot de conclusie, dat alleen een dergelijke controle, op de „démilitarisation" van de chemische industrie van invloed zal kunnen zijn. Daarnaast zijn van groote beteekenis de pogingen om tot alschafffing van de bombardeervliegtuigen te geraken, zooals reeds is voorgesteld op de XIII Conférence international de la Croix Rouge in 1928 en thans te Qenève weder een punt van bespreking uitmaakt. Motoriseering. Militar Wochenblatt 4-2-'32 No. 29. In „Für unci wider die Motorisierung der Kavallerie-Divisiononderwerpt Rittmeister Crisolli de moderne Fransche cavalerie-divisie aan een beschouwing. Hare taak is a. opmarsch in het vijand, gebied vóór de eigen legers uit teneinde 's vijands opmarsch te verstoren en belangrijke terreinafscheidingen vroegtijdig te bezetten en z. m. bezet te houden tot de aankomst van het eigen leger; bij de verdediging moet zij meer dag- marschen vóór het eigen leger uit op een 20 lot 30 K. M. breed front den vijand kunnen ophoudenc. na den opmarsch van het eigen leger wordt de C. D. vuurreserve in handen gegeven van den A. B. om te worden ingezet op een bedreigde plaats, om bij de vervolging een behaald succes zooveel mogelijk uit te buiten dan wel met hare vuurkracht een terugtocht te dekken d. of fensief of defensief optreden op de flank; e. het opvullen van tusschen de legers ontstane gapingen. Deze, nagenoeg alle offensieve, opdrachten zullen te voet moeten worden uitgevoerd, waarbij uiteraard de vuurkracht op den voorgrond treedt. De stootkracht is alleen nog van belang tegen een gedemo- raliseerden tegenstander, terwijl de aanval te paard hoogstens met enkele eskadrons zal kunnen worden uitgevoerd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 106