vervaardigen en op enkele daarvan de aanteekening te stellen
„afschrift ter kennisneming aan
Deze exemplaren, alsmede die bestemd voor het dagboek, het
op te zenden afschrift daarvan en die welke in den staf (het com
mando) blijven, behooren uiteraard eveneens in de adreslijst van
het bevel te worden opgenomen.
Is het een enkele maal onvermijdelijk om een onderdeel, dat
niet onmiddellijk onder bevel van den commandant staat, recht-
stieeks van bevelen te voorzien, dan moet de overgeslagen on
dercommandant onverwijld door toezending van een afschrift of
op andere wijze hiervan op de hoogte worden gesteld; elke
ondercommandant moet weten wat de troepen, waarover hij het
commando voert, z ij n troepen, te doen hebben.
In het algemeen behoort echter de hiërarchieke weg (z. n. aan
gepast aan de troepenindeeling) te worden gevolgd.
4. De vereischte logische ordening van een bevel (zie blz. 455)
leidt tot een puntsgewijze i n d e e 1 i n g, welke steeds
in dezelfde volgorde, eventueel met weglating of toevoeging van
bepaalde punten het opstellen en lezen van het bevel verge
makkelijkt.
De overzichtelijkheid van het bevel wordt be
vorderd door de punten duidelijk van elkaar te scheiden
(met de machine minstens een regel open laten), die punten elk
een „titel" te geven, en dezen titel in het oog te laten vallen
door onderstreping. In korte bevelen kunnen die „titels''
verwerkt zijn in den tekst van elk punt. De ondercommandanten
zijn dan in staat met één oogopslag het voornaamste uit het bevel
te halen en te verwerken, z. n. reeds vóór zij het geheele bevel
gelezen hebben, voorbereidingsbevelen te geven (b. v. bij een
niet in beweging zijnde compagnie: „gereed maken voor af-
marsch
Ook later kan een punt aldus zonder moeite worden terugge
vonden.
Teneinde een en ander te vergemakkelijken worden ook wel
de woorden, die moeten opvallen, de zinsnede waar
om het gaat", dus waarop de commandant den nadruk wenscht
te leggen, onderstreept.
Benamingen van de kaart worden eveneens van de
rest van den tekst onderscheiden, om hun karakter van eigennamen
te doen uitkomen. Zij eischen bovendien een groote nauwkeurigheid
zoowel bij het schrijven als bij het lezen (zie hiervóór onder
Hoofdstuk IV, Eischen te stellen aan den inhoud van bevelen,
blz. 449). Deze groote nauwkeurigheid wordt bereikt door „met dé
hand" de plaatsnamen te schrijven in spel schrift (d. w. z.
men schrijft de letters 1 o s naast elkaar met eenige tusschenruimte
b. v. Bandoeng, Pie red, Poerwakarta, Weltevre-
460