Het hiervoren vermelde ten aanzien van vooruitzien en -werken geldt vooral voor de commandanten van kleine onderdeelen, die beïnvloed door bet gevecht, te spoedig in de meening verkeeren, dat het geven van schriftelijke (in tegenstelling met mondeling over- gebrachte),of althans behoorlijk verzorgde bevelen onmogelijk is geworden. De bevelen zelve kunnen worden bekort door reeds dadelijk de bekend wordende gegevens den vijand en de eigen troepen betreffende aan de onderdeelen bekend te maken, óók alsnog geen nieuwe opdracht kan of moet worden verstrekt. De gegevens omtrent vijand en eigen troepen kunnen en moeten op deze wijze geheel of grootendeels afzonderlijk worden verstrekt (zie I. K. V. No. 75, blz. 187), waardoor de arbeidstijd voor het be werken der bevelen gunstig wordt veideeld. Een ieder zij ervan doordrongen, dat aan overhaast op gemaakte bevelen zooveel fouten kleven, dat zij een ge heel verkeerde uitwerking kunnen hebben. Onrust en onevenwichtigheid bij den commandant verminderen het in hem gestelde vertrouwenen dit kwaad werkt door tot in de kleinste onderdeelen. En men aanvaarde als slotstelling, dat snelheid in de be- velsgeving slechts kan worden verkregen door een juist hanteeren van de bevelstechniek. Dan zal ook onder de moeil ij kste omstandigheden weloverwogen en rustig worden gehandeld. XX. Wordt vervolgd) 467

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 37