tooid. Met die opleiding is de c. ct. belast, door hem moet de jonge officier voor zijn taak worden bekwaamd. Hij moet wor den gevormd en worden opgeleid tot een verantwoordelijk aan voerder. Inderdaad hij heeft tactiek geleerd, wat krijgsgeschiedenis ge lezen en beluisterd, en de krijgstucht bestudeerd. Hij heeft een vaag idee, hoe alles moet, maar nu komt de uitoefening. De c. ct. dient te beginnen met belang in zijn jonge officieren te stellen, 't Zou wel merkwaardig zijn als de c. ct. al vlug een kijk had op hun karakter. Toch echter dient hij zich te beijveren om een kijk te krijgen, op het zoogenamd „ingesteld" zijn van zijn luitenantsen hun vertrouwen te winnen. Allereerst dient hij zich op een standpunt van vertrouwen te stellen. Trouwens dat behoeft geen betoog. Iedereen die menschen onder zijn bevelen heeft, 't zij in het militaire leven of in de burgermaatschappij, dient deze menschen met vertrouwen tegemoet te treden. Kan er feitelijk een dankbaarder taak zijn voor een ouder officier in casu den c. ct. een jong ambitieus officier ver der op te leiden De c. ct. dient dagelijks de verschillende zaken die op de cie. voorvallen met zijn luitenant te bespreken. Feitelijk houdt hij dagelijks theorie met hem, en dient hij hem steeds te beschouwen als den jongeren kameraad, die graag vlug is „ingewerkt". Begint met hem den eersten tijd naar 't een en ander te laten kijken, en zet hem nergens voor. Klaagt vooral niet dat ge geen steun aan hem hebt, want dat kunt ge nog niet hebben. Hij is in opleiding. Om hem een goed begrip van den practischen dienst te doen krijgen, wordt hem gewezen op de goede dingen en minder goede in den dienst van kader en manschappen. Geeft hem nu en dan kleine opdrachten den dienst in de com pagnie betreffende. Na plm. een maand heeft de jonge offi cier eenigen kijk op verschillende zaken gekregen, en kan de c. ct. beginnen hem met 't een en ander te belasten. Allereerst de sectie. Dikwijls heb ik in de practijk gezien, dat het sectie- co. door den luitenant sectie ct. vrijwel verwaarloosd werd. Hoe komt dat als regel De naam Luitenant is eigenaardig; „Lieutenant", plaatsvervanger van den kapitein, en vlug is de c. ct. geneigd, om den luite nant verschillende zaken den algemeenen gang der cie. betreffende op te dragen en de luitenant die op zichzelf misschien die aan gelegenheden we! prettig vindt, wordt onttrokken aan zijn sectie. Ziet dikwijls een compagnie met binnendienst; de ct. der 3e sectie is bij zijn sectie, is beurtelings zelf onderwijzer of ziet toe op het onderwijs van zijn brigade-ctn. De luitenant vervult een surveilleerende rol. In andere en kleine garnizoenen, met minder geëncadreerde bataljons is de kapitein ook dikwijls door com- missiën als anderszins aan den dienst onttrokken, en gewoonte wordt het langzamerhand, dat algemeene aangelegenheden der 476

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 46