Hij zal moeten inzien, dat al doet zijn ondergeschikt kader
anders dan hij 't zich heeft voorgesteld, dit niet juist fout behoeft te
zijn. De c. ct. zal dus moeten toezien, hoe de jonge officier met
zijn weten en kunnen, tegenover kader en troep staat, en hem
wijzen op eventueele fouten en verkeerde inzichten van hem.
De manier waarop dit geschiedt is van groote beteekenis. Al
heeft de c. ct. een ander temperament, en zou hij persoonlijk door
zijn karakter zich anders uiten, hij moet inzien dat dit geen re
den behoeft te zijn, dat de wijze van doen van anderen verkeerd
is. Immers dit dient bij alles in 't oog te worden gehouden
„Beoordeeling dient op neutrale basis te ge
schieden, en niet naar het temperament van
„den beoordeelaa r".
Nogmaals de manier van leiden is hier hoofdzaak. Ik haal hier
aan een zin uit het Infanterie Reglement.
„de c. ct. bespreekt met hem in de eerste plaats het goede in de
„uitvoering, vervolgens het minder goede en de gemaakte fouten".
Dwingt hem goed naar U te luisteren, laat hem vrij zijn op
merkingen te maken, en overtuigt hem dan van het juiste in uw
zienswijze. In ieder geval heeft de c. ct. hier veel leiding te geven,
vooral met het oog op de manier van optreden tegenover het
kader, in 't bijzonder de wat oudere sergeanten.
Nu de luitenant die zich wat onzeker voelt; misschien wel de
noodige kennis heeft, maar te weinig zelfvertrouwen, 't Spreekt
dat deze officier weer anders dient te worden geleid. Oppervlakkig
beschouwd heeft deze officier dadelijk meer steun van den c. ct.
noodig. Hij moet ergens overheen worden geholpen.
In zekeren zin dient deze officier nog tactvoller te worden be
handeld daar hij gevoeliger zal zijn voor een afkeurend woord van
zijn c. ct. en dit zijn zelfvertrouwen nog meer zou verminderen.
Noteert dadelijk als hij iets goed doet en begint daarop de aan
dacht te vestigen. Stuwt hem over zijn gemis aan zelfvertrouwen
heen zonder dat hij het feitelijk merkt.
De manier waarop de c. ct. een en ander doet is beslissend,
misschien voor het geheele militaire leven van den jongen man.
In dit verband moet ik er op wijzen dat de c. ct. gehouden is een
zekere studie te hebben gemaakt van karakters, psychologie en
paedagogie.
Hier dien ik aan te halen de taak van den sectie-ct. als om
schreven in I. D. I. „De sectie-ct. dient alle manschappen van de
„sectie zoomede, het daarbij ingedeelde kader persoonlijk goed
„te kennen en volledig bekend te zijn met hun bijzondere eigen
schappen, bekwaamheden, tekortkomingen, enz. Hij ziet toe, dat
„een ieder bij de sectie zijn dienst met nauwgezetheid verricht,
„slapheid en te kort aan toewijding in dienst, slordigheid in klee-
„ding en uiterlijk voorkomen, enz. moeten onverbiddelijk worden
„tegengegaan. Hij wijdt zijn bijzondere aandacht aan de wapening,
478