dat hij rechtvaardig is, hoe streng zijn optreden in gegeven mo
menten ook zal moeten zijn.
Natuurlijk heeft de c. ct. bij het handhaven van de krijgstucht in
zijn compagnie, ook de steun en medewerking noodig van zijn
compagnie, ook de steun en medewerking noodig van zijn offi
cieren en kader. Echter ook deze dikwijls zooveel jongere en over
zooveel minder ervaring beschikkende onderaanvoerders, moeten
ter zake worden opgevoed en geleid.
Neemt feitelijk bij alle dienstverrichtingen in de compagnie den
geheelen dag door, het handhaven der krijgstucht een groote
plaats in, het compagniesrapport is het oogenblik, dat de c. ct. ten
volle kan benutten tot handhaving van de tucht in zijn compagnie.
In de eerste plaats dient hij hier op te treden als handhaver
der krijgstucht. Een ieder die eenig vergrijp heeft gepleegd of een
overtreding heeft begaan wordt hier voor hem gebracht.
De wijze waarop dit rapport wordt afgedaan is van kardinalen
invloed. Hij moet trachten van iederen man een indruk te krijgen,
trachten het „waarom" van de overtreding na te gaan. Vooral de
verontschuldigingen die worden aangevoerd, aanhooren; in ieder
geval den man geheel laten uitspreken, hem zeer aandachtig vol
gen. Op alle nuances in verontschuldiging en verdediging dient
gelet te worden, op zijn houding daarbij, enz. Den c.ct. moet het
hier duidelijk worden, of die verdediging geschiedt, uit een niet
begrijpen van zijn fout, of dat het een afschuiven van schuld
betreft.
Is 's mans betoog foutief of bedriegelijk, dan dient hem eerst
ernstig te worden gewezen op het foute daarin, en hem zijn ver
keerde gedachtegang onder het oog te worden gebracht.
Vervolgens zijn vergrijp zelve. Geen militair dient het compag
nies-rapport te verlaten, of hij moet in zijn hart er van overtuigd
zijn, dat hij de berisping of straf die hij eventueel gekregen heeft,
verdiend heeft, in het ontkennend geval is er tets niet in orde,
hetzij aan den aard van het verbod dat is overschreden, hetzij
aan de opvoeding tot tucht, hetzij aan de wijze van behandelen
van de zaak door den c. ct.
Het cies. rapport moet niet vlot worden afgedaan, vlot dan be
schouwd op de manier zooals dat woord ten onrechte zoo dikwijls
wordt gebruikt. Een klein voorbeeld: „Iemand heeft geslapen als
galerijwacht, en bekend. Zoo, dat is plichtsverzuim, ik waarschuw
je voor een volgende maalje hebt 4 dagen politiekamerin
gerukt marsch".
Fout, absoluut fout. Op deze manier werkt een straf niet op
voedend en dat moet zij doen. In het schietvoorschrift staat er
gens „De onderwijzer tracht de oorzaken der fouten op te spo
ren en deze te verbeteren". Dit kan overdrachtelijk hier gebruikt
worden. Zoodanig heeft de c.ct. tegenover den man te staan, dat
als de soldaat het bureau verlaat, hij er van doordrongen is een
fout, gemaakt te hebben. Hij moet zich schamen geslapen te heb-
483