luitenant aldus opgeleid, om ook later als compagnies-comman dant op te treden. 3. De Verpleging. Hoewel de verpleging van den troep een zeer voornaam deel uitmaakt van de taak van den c. ct. zal ik echter wat deze aangelegenheid betreft, slechts kort zijn. We hebben ons voorschrift menages, waarin deze materie in den breede behandeld wordt, en waarin de grondregelen voor het beheer zijn omschreven. Het behoeft geen betoog, dat de c. ct. aan de z. g. „menage" zijn volle aandacht heeft te wijden, en toeziet dat een ieder die eenige bemoeienis daarmee heeft, als daar zijn luitenant v/d week, administrateur, fourier, menagemees ter en keukenpersoneel, ieder voor zooveel hem aangaat, zich beijvert in alle opzichten zijn plicht te doen. Ten slotte is het „eten" nog altijd de eerste voorwaarde voor ons leven, en behoeft het m. i. geen verdere uiteenzetting, dat, als de voeding van den troep ons is toevertrouwd, wij hebben te zorgen, dat de soldaat binnen de grenzen van het daarvoor uit getrokken bedrag, kwalitatief en kwantitatief zoo goed mogelijk gevoed wordt. Ik verwijs dan verder naar A. T. V. punt 214. „Een goede verpleging is van het hoogste belang voor het be- „houd van de slagvaardigheid van den troep en vormt een van de „voornaamste factoren ter bevordering van een goeden geest". 4e. Het administratief en materieel beheer der compagnie. Iedere instelling in de maatschappij, van den Staat, en het Groot bedrijf, tot het eenvoudigste huishouden toe, dient geadministreerd te worden. Dus ook het groote militaire huishouden„de com pagnie". Voor alles wat gedaan wordt is geld noodig, en een ieder die een werk verricht krijgt betaling. Om controle over die gelden te hebben, en steeds te kunnen nagaan of ieder het zijne krijgt, overeenkomstig de bestaande bepalingen, daartoe dient in hoofdzaak de compagnies-administratie. En volgens de zg. Cies. Instr. is de commandant der compagnie tevens hare administrateur. Als hulp in het voeren van die administratie is hem een onder officier administrateur toegevoegddie met de administratieve werkzaamheden belast is, een en ander onder verantwoordelijk heid van den c. ct. Mijne Heeren, er is over de zg. cies. administratie altijd nog al wat te doen geweest, m. i. tot het overdrevene toe, daar ik die administratie in wezen nogal eenvoudig vind. Zooals echter de geheele maatschappij steeds gecompliceerder wordt, is dit natuurlijk ook het geval met de administratie daarvan, dus is ook de cies. administratie door verschillende oorzaken uitgebreider geworden. Het is voor den c. ct. persoonlijk in verband met zijn vele andere bezigheden ondoenlijk den administratieven arbeid stuk 488

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 58