Het deel, dat in den bodem zakt is wel in innige aanraking
met den bodem en neemt veel stoffen daaruit op. Het water dat
bijv. als bronwater weer te voorschijn komt is in het algemeen
rijk aan opgeloste stoffen.
De aard en kwantiteit van de opgeloste stoffen hangen af van.
de gesteldheid van den bodem. Het regenwater, dat op aarde valt,,
komt weer voor een groot deel in zee terug en wel met een ze
kere hoeveelheid opgeloste stof, die het in zijn loop over (rivieren,,
beken) en door (onderaardsche stroom) den boden heeft meege
nomen. De aarde wordt als het ware door het regenwater uitge-
wasschen (uitgeloogd). De hoeveelheid opgeloste stof in de zee-
neemt daardoor en door het geregeld verdampen aan de opper
vlakte steeds toe. De watervoorraad bevindt zich in een voort-
durenden kringloop. Dit proces duurt al ontelbare eeuwen voort
en is oorzaak dat zeewater zoo rijk is aan opgeloste stoffen (on
geveer 3,3—4,9 pCt.) waarvan keukenzout verreweg het hoofd
bestanddeel uitmaakt.
Bij de kust bevat het zeewater, vooral daar waar rivieren in.
zee monden, veelal minder opgeloste stoffen.
Men onderscheidt de volgende watersoorten
Regenwater, oppervlaktewater en grondwater.
Regenwater. Het regenwater bevat gassen uit de lucht in
oplossing en daarnaast een geringe hoeveelheid vaste stof (on
geveer 50 mgr. per liter).
De vaste stof bestaat hoofdzakelijk uit keukenzout, ammonium
nitraat en organische stof. De zuiverheid van het regenwater hangt-
af van de omgeving (fabriekschoorsteenen), dag- en jaargetijde en
is des te zuiverder naarmate de regenbuien rijkelijker zijn en.
langer aanhouden.
In het algemeen is opgevangen regenwater rijk aan bacteriën.
In warme streken is de temperatuur vrij hoog en gaat om deze
reden bij langdurige opberging spoedig door de werking der micro
organismen tot bederf over.
Regenwater is zacht en heeft een flauwen smaak.
Oppervlaktewater.
Onder oppervlaktewater wordt verstaan het water van zeeën,,
meren, rivieren, beken, vijvers, kanalen, moerassen, sawahs enz.
Als regel is het harder en rijker aan koolzuur dan het regen
water, daarentegen zachter en armer aan koolzuur dan het grond
water.
Het oppervlaktewater wordt gemakkelijk verontreinigd door afval
stoffen van fabrieken, huishouding, uitwerpselen van menschen en
dieren, afgestorven planten met als gevolg, dat het water gewoon
lijk rijk aan zwevende bestanddeelen van organischen en anorga-
nischen oorsprong en aan opgeloste stoffen is, zoomede tal van
micro-organismen bevat, waarvan het aantal toeneemt met den graad
van verontreiniging.
496