Het zal den lezer duidelijk zijn dat een aanval dwars op dén
weg wanneer tenminste andere omstandigheden hiertoe niet dwin
gen, in dit geval geen aanbeveling verdient.
Ad 3. Met scherfbommen.
Hiervoor geldt in hoofdzaak hetzelfde wat reeds onder Ad 1
is vermeld.
In dit geval vallen, bij een aanval in de lengterichting van den
weg, de bommen der buitenste toestellen naast het object. Wan
neer de slagaanval dus alleen met scherfbommen wordt uitgevoerd,
zullen de toestellen achter elkaar over (langs) den weg moeten
vliegen, dan wel in formatie een aanval doen dwars op den weg.
Deze laatste methode heeft het groote nadeel, dat elk toestel al
zijn bommen gelijktijdig zal moeten afwerpen (groote maar plaat
selijke uitwerking) dan wel, dat de aanval meerdere malen her
haald moet worden, met alle nadeelen hieraan verbonden.
Bij het vliegen langs den weg (dus den weg volgende) kan elk
toestel bijvoorbeeld twaalf scherfbommen van 20 kg. met een
zekere tusschenruimte, stuk voor stuk laten vallen, zoodat de colonne
in hare geheele lengte wordt gebombardeerd,
Bij het afwerpen van sc/zer/bommen loopt de vliegenier kans,
zelf door een scherf getroffen te worden. Daarom worden deze
bommen immer met een vertragingsbuis geworpen. De vertraging
is bijv. 6 seconden, in welk tijdsverloop, den valtijd verwaar
lozende, het vliegtuig ruim 300 m. verder is.
Het aangevallen troepengedeelte heeft dus, na het vallen van
een bom nog 6 seconden tijd zich te dekken, aan welk bezwaar,
terwille van de eigen veiligheid, niet is te ontkomen. Verder is
het de vraag of het „dekken" in dit korte tijdsverloop zal geluk
ken, terwijl altijd de voertuigen enz., ongedekt blijven.
In elk geval kan de mogelijkheid van dekking zoeken door het
personeel niet worden ontkend, en zal het raadzaam zijn, den
troep in dezen zin te oefenen.
Ten slotte moge nog worden opgemerkt, dat het werpen van
«2//«bommen op lage hoogte als regel geen zin heeft, daar hier
voor indringen van de bom noodzakelijk is. De lage afwerphoogte
is oorzaak, dat de bombaan bij het bereiken van den grond, nog
vrij dicht de horizontale benadert, zoodat de bom springt z. g.
in tweede boog, dus boven den grond.
Zooals reeds gezegd, kan worden aangenomen, dat een slagaanval
met minstens twee der drie genoemde aanvalsmiddelen zal wor
den uitgevoerd. Tweezitters zullen te allen tijde zoowel de vóór
als de achtermitrailleurs medevoeren.
Voor het medenemen van scherfbommen wordt speciaal opdracht
gegeven, wanneer een slagaanval moet worden uitgevoerd.
527