2. DE TAAK VAN DEN COMPAGNIES-COMMANDANT.
Voordracht gehouden voor de officieren van het 9e Bataljon
Infanterie te Tjimahi, door den kapitein der Infanterie O. Kemper.
M ij n e H e e r e n,
In leiding.
Toen ik de opdracht kreeg een voordracht voor U te houden
over de taak van den c. ctbegon ik met verheugd te zijn over
het mij ter behandeling gegeven onderwerp, en vielen mij dadelijk
allerlei gedachten in, omtrent verschillende zaken deze materie
rakenden, die een nadere beschouwing waard waren.
Het te behandelen onderwerp hield uit den aard der zaak in
de volgende dagen mijn gedachten bezig, met het gevolg dat het
mij hoe langer hoe moeilijker voorkwam.
En waarom
In de eerste plaats, omdat het compagnies-commando, zoo
ontzaggelijk veel inhoudt, en het goed voeren van dat commando
zoo talrijke zaken met zich brengt. Kortom, de te behandelen
materie zooveel inhoudt, dat het onmogelijk is, in plm een uur
praten, datgene te zeggen wat ik zoo graag zou willen zeggen
en onder de loupe nemen.
Ik ben dus tot mijn spijt gedwongen om met een globale
bespreking van enkele deelen van de taak van den c. ct. genoegen te
nemen, om een min of meer grondiger behandeling van andere
mogelijk te maken. Ik hoop dat de gedane keuze U moge bevredigen.
Misschien dat het mij gelukken zal enkele nieuwe gezichtspumen
voor U te ontwikkelen.
En nu ter zake
Algemeene beschouwing van de ta ak v a n den
c. ct. en vergel ij king van die taak met die van
andere commandanten.
Ik geloof niet te veel te zeggen, als ik het cies. co een der
allerbelangrijkste en verantwoordelijkste noem in ons leger. Bezien
wij art. 15 van I. D. I. dan constateeren we, dat een geheele
bladzijde gewijd is aan de verplichtingen van den c. ct. en lezen
we dat artikel aandachtig na, dan moeten we wel opmerken, dat de
taak van den c. ct. niet gering is en dat er zeer veel van hem
wordt verlangd.
468