een belangrijk deel van de verrassing van het Fransche contre- offensif wegnamen. b. Door de overhaasting en het verdeelen van het bevel in allerlei kleine stukjes heeft de Div. C. verzuimd om de verplaatsing der nevencolonnes op te geven links van de 55 divisie marcheerde nl. de 56 divisie naar Montgé, en rechts de Brigade du Maroc naar Charnyook toen later de marchdoelen werden veranderd, en generaal Leguay te 10.15 v.m. nieuwe legeringsgebieden beval' werd nóg niets van de nevencolonnes medegedeeld. Met het ge volg, dat toen te 1 n.m. de divisie verrassend werd aangevallen, de voorste regimenten niets van hun buren wisten er was geen verband. c. Ongeveer te 8.30 v.m. ontstond in Thieux door de geheel onvoldoende, feitelijk geheel ontbrekende marschregeling een ge weldige opstopping. De 110 brigade, welke voorop moest komen passeerde juist Thieux en les Trois-Villes, toen de 109 brigade (min 204 R.ldaar aankwam, die in Les Trois-Villes en Nantouillet (later ook nog te Vinantes) moest legeren. Het gevolg was, dat deze brigade van 8.30 v.m. tot 11 v.m. voor Thieux heeft moeten wachten. d. Omtrent de verkenningen door de cavalerie wordt aanvanke lijk niets vermeld (Wij weten al uit VI, blz 602, dat de Div. cava lerie door den Brig. C. 110 volkomen ten onrechte naar het NO. was gezonden). Te 6.30 v.m. volgt dan in het afzonderlijke bevel (zie Vil, blz. 603) in een noot een verzoek om aan den Lieut. Colonel Patissier, die de 2 uit Parijs toegevoegde korpseskadrons aanvoerde, op te dragen om onverwijld een verkenningspatrouille naar Lizy-sur-Ourcq te zenden. Het is duidelijk dat een dergelijke slappe, krachtelooze bevels actie tot niets moet leiden. De patrouille is dan ook niet naar Lizy gereden, de rest van de 2 eskadrons Patissier deed ook niets, de divisie eskadrons renonceerden, de twee cavalerieregimenten van de Brigade GILLET deden al weer niets, waardoor het kon ge beuren, dat een op luttele kilometers afstand opmarcheerend Duitsch legerkorps (min Brigade Lepel en enkele andere detacheeringen), en de 4e Cavalerie divisie met jagerbataljon, geheel aan het op- marcheerende Vle Fransche leger verborgen bleven, en ondanks hun groote minderheid in getalsterkte en vuurkracht, door een ver rassenden aanval het opmarcheerende VI Leger wisten terug te dringen en het noodige ontzag in te boezemen. 606 (Voor belangstellenden willen wij even vermelden de sterkte van het aanvallende Duitsche IV res. A. K. met 4 K. D. bedragende 17 batns., 24 esks., 77 vuurm.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 68