Maar de Kroonprins, die „nu vochtigheid voelde" en wel be greep, dat als de rechtervleugel van het IVe Armee bij Mellier zou blijven, zijn eigen rechterflank geheel open zou komen (zie kaart 1), droeg aan het V A.K. op om hulp van het IVe Armee in te roepen. (Weder een zonderling proces, dat slechts door de uitstekende wijze waarop de Kap. Gen. Staf Wachenfeld zijn opdracht uit voerde, en door de hooge opvatting welke Herzog Albrecht van zijn taak had, tot succes leidde). In den vroegen morgen van den 22 Augustus 1914 te 3 v.m. kwam Albrecht nu voor de volgende beslissing te staan 1. Als VIII A.K. tot Honnay is opgerukt en XVIII res. A.K. tusschen XVIII en VI zal zijn gekomen, nemen de vier korpsen in voorste lijn reeds een front in van 60 k m. terwijl het eenig overblijvende korps (VIII res.) nog ver achterwaarts staat. 2. Zou nu het VI A.K. in plaats van bij Léglise-Mellier te blij ven, naar het Zuiden naar Tintigny moeten afbuigen, dan zou het legerfront tot 72 k.m. worden uitgebreid. 3. Steunt IVe Armee echter niet, dan ontstaat tusschen VI A.K. en V A. K. een gat van 20 k.m. en worden de vleugels van beide legers bedreigd. 4. Er is weinig tijd, want 4 v.m. moet het V A. K. van Etalle afmarcheeren. 5. Daarom besluit ik noodgedwongen om het VI A. K. naar het Zuiden te doen afbuigen. De volle zwaarte van de fout van den Kroonprins kwam dus te rusten op de schouders van Herzog Albrecht, en men proeft zijne stemming uit het ter zake uitgegeven bevel „VI A.K. geht, falls V A.K. tatsachlich von Etalle gegen „Virton vorstöszt und nicht, wie die Heeresleitung mitteilt, „seinerseits auf Tintigny marschiert, zur Deckung der rechten „Flanke des V A.K. in Richtung TINTIGNY vor. „XVIII res. A. K. wird bei Neufchateau bereitgestellt, urn „unter Umstanden ebenfalls spater in südwestlicher Richtung „vorgeführt zu werden", enz. b. Marschdoelen voor 22 Augustus voor Fran se h e z ij d e. (Ik noem alleen de vijf korpsen en het cav. korps op, welke inderdaad oprukten.) 544 Men denke zich deze uitgestrektheid even goed in. In rechte lijn bedraagt de afstand van Bandoeng naar Soekaboemi 75 k.m., dus iets meer; en een dergelijk front moest met 8 divisiën in voorste lijn en als eenige reserve daarachter nog 2 divisiën tegen eene doorbreking door de Fransche hoofd krachten worden verzekerd. De gansche zwenkingsmanoeuvre hing daarvan af

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 6