De toestand rond shanghai.
613
bekend te stellen. „Wij zijn gekomen voor een groote taak", zeide de Divisie
commandant Ueda in een toespraak.
Men moet bedenken dat de toestand ten opzichte van China steeds meer
gecompliceerd wordt en wanneer dan de houding van de groote mogendheden
ook een vasteren vorm zal aannemen en wij, onder de volle aandacht van de
groote mogendheden ageeren in het zwaartepunt van China om het prestige
van ons land te verhoogen, de rechten te waarborgen, onze ambtenaren en
andere landgenooten te beschermen en vrede brengen in het Oosten, dan
ook medehelpen om de verheven en voor eeuwig geldende Keizerlijke plannen
te schragen.
Wij, wien het geluk ten deel is gevallen om mede te werken aan de ver
vulling van die groote taak, zullen in die moeilijke omstandigheden nog meer
energie ten toon spreiden, den geest van ons volk laten zien en onze gebrui
kelijk bestaande discipline verhoogen, zooals we dat in den herfst zoo echt
voelden. Dat wij ons beslist voor ons vaderland zullen opofferen daarover
behoeft niet gesproken te worden, doch behalve dit, weten wij ook zeer goed
dat een daad van een kleine afdeeling, van één officier of één soldaat in den
verwarden toestand van het terrein van actie de oorzaak kan zijn van zeer
ernstige verwikkelingen.
Wij moeten steeds een open oog hebben voor den algemeenen toestand,
bezield zijn met moreelen moed, al onze gedragingen nauwkeurig regelen,
ons steeds nauwkeurig rekenschap geven van den toestand van het gemoed,
een strenge discipline hand aan hand doen gaan met zedelijk gedrag; een
leger waarin werkelijke rechtvaardigheid heerscht is een leger der humaniteit,
een getrainde troep manifesteert dat een volk weikelijk hoog staat; nemen
wij dit alles in acht dan kan het niet anders of wij kunnen verwachten dat
men ons overal van harte zal gehoorzamen.
„Mijne heeren, maak dat tot uw taak, let op u zelf."
„Wanneer een regenbui ophanden is, vult een sterke wind de kamer".
Dendag nadat debrigade aan wal was, was de geheele Divisie
ter sterkte van verzameld.
De Chineesche troepen rond Shanghai bestonden toen uit het zoo ver
maarde uit Kantonneezen samengestelde 19de Lou leger (z. g. routeleger),
onder commando van Teh'a Feng Kiaide 10e Divisie van Teh'eun Kouang
Han 11000 man, de 61e Divisie van Mao Ping Cheou 12000 man, de 78e
Divisie van K'iu Cheou Onien 10000 man, die van Woosung via Kiang-
wantchenn en Chapei naar Nancheu overstekend, versterkingen aanlegden,
terwijl dicht hierachter de 87e en 88e Divisie van Tchuang Kiai Cheu geplaatst
werden.
Het ultimatum.
Humor van het 19e Lou leger.
Op den 18en Februari 9 uur v. m. had er door bemiddeling vandenEngel-
schen gezant in de Fransche concessie een ontmoeting plaats tusschen den
chef van den staf Tajiro en den chef van den staf van het 19e Lou leger Tan
K'i Wou. Deze samenkomst had tot doel om stappen te doen inethetoogop
den vrede, doch het resultaat was nihil. Men bepaalde dat op dien zelfden dag
des namiddags 9 uur het ultimatum gesteld zou worden. Dat ultimatum hield
den eisch in, dat op den 20en om 7 uur v. m. de eerste lijn teruggetrokken
en om 5 uur n. m. een duidelijk aangegeven strook geheel ontruimd moest zijn.
Deze eisch werd geheel verworpen. Kort en bondig luidde het antwoord
„Ik ben slechts een commandant van mijn leger, zonder bevelen van de regee
ring, kan ik niets antwoorden". Tegenover zijne onderhebbenden deelde hij
per draad mede: „Wij zullen zonder voorbehoud tot den Iaatsten ademtocht
onzen plicht vervullen; handhaaf de rechten van ons grondgebied en den geest