614 van staat en volk". In zijn operatieplan vermeldde hij het verheven doel „het Japansche leger zullen wij tegen de Houangioengkiang drukken en slaan". Het begin van de actie. In verband met den bovenvermelden toestand was de mogelijkheid niet uitgesloten dat elk oogenblik de vijand tot het offensief zou overgaan en zoo werden den 18en en 19en, maar in het bijzonder den 20en strenge voorzorgs maatregelen getroffen. De morgen van den 20en brak aan, alle troepenafdee- lingen hadden reeds de bevolen opstelling ingenomen en hadden op één hoek van den hemel hun aandacht gevestigd. In verband met de algemeene situatie werd, terwijl de vijand zich tot de verdediging bepaalde, tenslotte om 7.30 v. m. het bevel tot den aanval gegeven. Officieren en minderen van de voorste linie sprongen vol energie op en gingen dapper voorwaarts ervan overtuigd, dat de vijand wel zou vluchten, en allen bezield met de zelfde gedachte: „den vijand gevangen te nemen," werd in Westelijke richting voortgerukt. Den vorigen avond had o.a. de Divisiecommandant nog in zijn proclamatie gezegd: „het leger dat tot heden gelijk een maagd is geweest, geduldig en met zorg voor zichzelf, zal 11a morgenochtend steeds gelijk een wegloopende haas zijn" en gelijk dit gezegde gingen wij werkelijk met de kracht van een haas voorwaarts, neen, wij deden dat met de gedachte om een wegloopende haas in te halen. DE AARD VAN HET GEVECHTSVELD EN DE VIJANDELIJKE STELLING. Tot in de oudste tijden teiug is er geen voorbeeld van een verwoeden strijd die ons zooveel zorgen heeft gegeven als het net van kreken om Shanghai, maar ook is er in de annalen niet een zoo beslissende groote overwinning vermeld. Die kreken loopen daar in alle richtingen en vormen als 't ware een spinneweb. 't Was toen de tijd van laagwater, zoodat de schepen niet konden varen en de hinderpalen steeds 't zelfde bleven. De vechtwagens, die nu juist waren meegenomen, stonden dikwijls werkeloos de cavaleristen lieten hun paarden in den steek om te voet de hun opgedragen taak te volvoeren. Hoe moest men door dat terrein heen Dat waren vraagstukken waarmede men zich het hoofd brak. In die streek waren vele groote en kleinere verspreid liggende dorpen die met de kreken door den vijand zeer kunstig ter verdediging benut waren en zoo werden wij opgewacht. Het front liep van Woosung langs Kiangwantchenn over Chapei. De kronkelende lijn had een lengte van 4 mijlen, liep tot bij Taich'angchenn en Nansung; de diepte van de strook was ongeveer vijf mijlen waarin nog tal van verdedigingslijnen waren ingericht Ofschoon het in 't algemeen als beginsel geldt om een verdediging met een minimum aan krachten te voeren, stond de vijand hier met een veelvoudige overmacht in de verdediging. Dat de brigade (Divisie?) bij den aanval zulke groote moeilijkheden ondervond is te wijten aan den boven beschreven toestand van het terrein en de maatregelen van den vijand. Aan de energie van de kapiteins Kato, Matsushita en Kuroda met hunne afdeelingen is het te danken dat de onvergelijkelijke moeilijkheden verbonden aan het terrein, de verkenning van de waterwegen, het herstellen van de wegen en bruggen en niet te vergeten die verbonden aan het verkeer en de aanvul ling, betrekkelijk gemakkeijk werden overwonnen. De EERSTE AANVAL. „De bloedige strijd om Kiangwantchenn, de niet verwachte hardnekkige weerstand van het 19e Lou leger". De plaatsen in de voorste lijn van waaruit de actie zou ingezet worden waren, met het oog op de internationale betrekkingen en om de inwerking op de concessie's te vermijden, op een flinken afstand zóódanig gekozen, dat

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 76