615 aanvankelijk een treffen met den vijand zooveel mogelijk voorkomen zou wor den. Daardoor was echter de verkenning van den toestand van den vijand onvoldoende gebleven. De geheele situatie wees er op dat de actie elk oogen- blik zou kunnen beginnende nood drong, alle voorbereidingen werden ge troffen, geen tijd ging verloren. De Kiangwantchenn stelling was beslist krachtigachteraf beschouwd om van te sidderen. Die kracht uitstralende schietgaten, die ijzerdraadversperringen, de kunstig aangebrachte gedekte inrichtingen tot flankement, dat alles was beslist niet zoo maar aangelegd. Tot groot ongerief waren ook nog verdedi gingsmaatregelen getroffen in gebouwen waarop de Amerikaansche en Engel- sche vlag geplant stonden. Onze Infanterie ging vooruit, de artillerie vuurde, de vechtwagens stormden voorwaarts en intusschen bombardeerden de vliegtuigen Kiangwantchenn. Een helle vuur steeg op verschillende plaatsen uit de dorpen van Kiangwantchenn op, 't was inderdaad een indrukwekkend schouwspel. De hemel was geheel onbewolkt; onze artillerie-projectielen scheerden brommend langs dien hel- derblauwen hemel, de artilleriecommandant, overste Ivvano, gaf, staande op het voetstuk van een klok vlak achter de eerste linie, zijne bevelen. Telkens sloegen infanterie projectielen rondom hem in den grond, één doorboorde den zoom van zijn overjas, 't Werd namiddag, maar het bericht dat Kiangwant chenn bezet was bleef uit. Eén moment dacht men dat het zóó was, maar de vijand was blijkbaar zeer hardnekkig, wat niet verwacht was. Ondertusschen werden overal gewonden op draagbaren achterwaarts vervoerd. Dien dag werd het hevigst gevochten op den rechtervleugel waar in het bijzonder de Koivan het (de) Kanazawadie onbe kend zijnde met de positie van den vijand, in front van Kiangwantchenn be schoten werd en vastliep. De commandant van de tweede(sectie waarschijnlijk) de le luitenant Tsuji, stapte op een vechtwagen om de vijan delijke stelling in bijzonderheden te gaan bekijken. Toen daarop een rook gordijn gelegd was, ging de vechtwagen voorwaarts, doch de vijand dacht dat het giftgas was waarop het waarschuwingssignaal werd gegeven en tege lijkertijd trokken zij West van de spoorbaan terug, waardoor zonder verliezen de vijand tot op den koristen afstand genaderd kon worden, doch door het flankvuur van uit de buurt van het station kon niet bereikt worden wat men wenschte. Bij het vallen van den avond maakte (hef) zelfde van de Kukan. zich, ingevolge een desbetreffend bevel, meester van de stelling Noordweste lijk van Kiangwantcheunn en drong daarbij diep in de vijandelijke stelling door, tot op 300 m Oost van Ienkiakiai, doch omdat met deze afdeeling geen verbinding kon worden verkregen was haar positie niet juist bekend. Bij de.ging men over een terrein waar niets was wat op een weg geleek, moedig voorwaarts en tegen den avond had men reeds Miaohing bereikt. Alzoo had de(Divisie? brigade?) met als eerste lijn Fient- chout'ang Iuenkiatche Oostrand Kiangwantchenn Wanpin bezet. Den 21 en viel de (het) Kanazawavan den linkervleugel van de rechtervleugelafdeeling, met behulp van de vechtwagenafdeeling van den ka pitein Shigeni in de eerste plaats, en verder door samenwerking met vlieg tuigen en artillerie, opnieuw Kiangwantchenn krachtig aan en drong tot op zeer korten afstand van den vijand door, doch in korten tijd werd een groot aantal verliezen geleden. Door de macht van het modderland kon een aanval van menschen tegen dien muur geen succes hebben. Ook de rechtervleugel van de voorste linie de (het) Toyamakreeg zware verliezen door schuin en rugvuur van uit Kiangwantchenn en aanvulling van munitie en levensmiddelen was onmogelijk. De (het) Tokunode commandant incluis knabbelde brood en dronk het vuile water uit een kreek. Geen voet Er wordt niet aangegeven of 't een sectie, compagnie, bataljon of regi ment isdeze heetenshotai, chutai, dantai en rentai, vermeldt wordt tai, waarschijnlijk hier compagnie.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 77