617
De afdeeling van Tei waaraan waren toegevoegd drie groepen voor oprui
mingsdoeleinden onder den sergeant Umada, had door het geweldig vuur van
den vijand niet het minste succes. De korporaal Uchida, met twee achterge
houden groepen, wilde daarop met geweld een opruiming verrichten. Hij
besloot daartoe niets anders te doen dan de lont te ontsteken en de lading
in het doel te werpen waarop hij de 30 cm. lange lont liet ontsteken en in
de lijn van de hindernissen werpen.
Eén gedeelte had succes en trok veilig terug, doch het andere gedeelte,
bestaande uit 3 man. Eshita, Kitagawa en Sukue, verzorgde onderweg eenige
gewonden, waardoor tijd verloren ging en middelerwijl de lont opbrandde. De
lading kwam met een donderend lawaai tot ontsteking; de lichamen werden
uiteengereten en de stukken weggeslingerd.
Dat vei heven offer echter had als gevolg dat daarna op dat terrein een
aanvalsweg geopend werd.
Wat een heldendaad 1 Een dergelijke manifestatie van den Japanschen geest
verwekte dan ook overal een groote sensatie en met recht.
De sergeant Umada, die eerst geen succes had gehad, verzamelde de hand
granaten van de gesneuvelden, bracht deze tot ontsteking door ze tegen zijn
stalen helm te slaan en wierp ze toen naar den vijand. Terwijl de laatste zich
dekte maakte hij kalm op een ander gedeelte met zijn kniptang een doorgang.
Dat een gedeelte van het krachtige Miao gevallen is, is zeker te danken aan
den moedigen en zwaren strijd van de (het)
Uit buitgemaakte en andere geschriften was het bekend geworden dat zich
daar de 88e bewakingsdivisie bevond.
In de stad werd nog een chineesch soldaat van de geregelde troepen ge
vangen genomen, die bij nader inzien echter een Japanner bleek te zijn. Een
geluk voor dezen ongelukkige was, dat hij goed op de hoogte was van den
toestand van den vijand.
Verplaatsing van het zwaartepunt van de (het) NAAR rechts.
In den nacht van den 21sten werd, ingevolge hetbevel, het grootste
gedeelte van de Tsurugade reserve van den overste Sakanioi tegen
over geplaatst, de Iinkervleugelafdeeling daar waar de aanval op Kiang
Wan gelukt was en de hoofdmacht van de (het) Kanazawaverza
meld bij de Toutan universiteit.
Tusschen Kiangwan en Kopei bleef slechts het (de) le. van de Tsuraga.
De overlevenden van de Kukan afdeeling van de (het) Kanazawa. .kwamen
laat in den nacht van den 21en op den Tienio tempel terug, doch de plaats
van de. afdeeling en van de mitrailleur-afdeeling was niet bekend en zelfs
was niet bekend of zij nog leefden of dood wareneen ieder was ten zeer
ste met hun lot begaan.
Bij den aanval van den 22sten werd door de gemengde brigade een aan
zienlijk succes behaald doch op den rechtervleugel kwam de Tsuruga.
buiten verwachting laat op het gevechtsveld aan, zoodat deze afdeeling om
half zes 's morgens niet aan den aanval kon deelnemen. De andere. had
de aanval van zijn hoofdmacht uitgesteld tot 8.30 v.m. opdat de artillerie meer
krachtdadige uitwerking zou hebben.
Den 22en hadden de afdeelingen van Sabae en Toyama zeer groote verlie
zen geleden en waren genoodzaakt tot op zeer korten afstand van den vijand
te blijven zitten. Zoo had bv. het (de) le. van de (het) Toyama
behalve den commandant, de Majoor Ózawa, nog slechts twee officieren over.
DE TWEEDE AANVAL.
Praatjes van de Chineesche kranten.
Volgens de Chineesche kranten hadden de chineeschen bij den aanval van
den 22sten wel een tamelijk groot aantal verliezen geleden maar over een
nederlaag werd geen woord gerept. Eiken dag berichtte de Kapitiein ter Zee