611 4. JOURNAAL VAN DE VERRICHTINGEN VAN DE UEDA DIVISIE BIJ SHANGHAI. (publicatie van den Staf van de Divisie). Nu de overeenkomst betreffende het staken van de vijandelijkheden n Shanghai geteekend is, zullen wij nog eens een blik werpen op de verrich tingen van ons leger. Het vertrek naar het front. De reden waarom de Divisie zoo zelden naar Manshoerije of elders over zee is gezonden vindt wellicht haar oorzaak in het feit dat bij de Divisie een brigade bergartillerie is ingedeeld. Als gevolg van het huidige incident zal zij nu toch ook wel uitgezonden worden en daarom wordt door officieren en minderen steeds met een kloppend hart de krant nagespeurd. Zien zij dan daar staan dat de zooveelste en zooveelste Divisie gaat, dan zijn er al fanatici voor wie het eerste cijfer voldoende is om daarachter een cijfer te plaatsen zoodanig, dat hun eigen Divisie wordt aangeduid. Ten slotte echter kwam die dag; op den2) dag van de maand werden de eerste bevelen voor het leger gegeven. Een aantal dagen van drukke bezigheden ging nog vlug voorbij en was de vertrekdag daar. Een „banzai" deed bergen en dalen trillen, doch doordat geen journalisten waren toegelaten kon de indruk van dit overweldigende moment niet worden overgebracht. Het geweldige en thousiasme van het volk overtrof toen nog dat van tijdens den Russisch Japan- schen oorlog. Het aantal personen dat uitgeleide deed aan het station Kana- zawa (aan de Westkust van Japan, Noord-west van Tokyo! was zóó groot dat het terrein aan weerszijden van de rails, die nog tot voorbij het station door- loopen, geheel opgepropt was met menschen, zoodat de troepen bijna niet konden instijgen. Bij alle garnizoensplaatsen en vanzelfsprekend bij alle groote steden, maar zelfs bij de kleinste dorpjes in de provincie, was het station stampvol met menschen om een laatsten groet te brengen en aan beide zijden van den spoorweg zag men als't ware een haag van vlaggen van de rijzende zon. Buiten de provincie komend was 't ongeveer hetzelfde, maar vooral in Kyoto en Osaka, daar spreidde men een vreugde ten toon waarvoor slechts één woord kan gelden „luisterrijk". De symphonische jubelkreet „banzai" van de groe- tenden aan de stations waar wij stopten en die van hen die begroet werden, klinkt mij nog steeds in de ooren. De inscheping en de overtocht. Op den dag van de viering van de troonsbestijging van den eersten Keizer van Japan (11 Februari) verlieten wij het vaderland. Denen denkwam de Divisie successievelijk in Hiroshima (Oost van Shimonoseki) aan, waar wij door de inwoners buitengewoon warm verwelkomd werden. De brigades werden over de transportschepen verdeeld. De eerste brigade met de grootste gevechtssterkte ging aan boord van 9 schepen: de iwate maru, Trans maru, Mikasa maru, Maya maru, Urashio maru, Tsukuba maru, Yakumo maru, Iko maru en de Amoer maru. Vertaald uit een oorspronkelijke Japansche publicatie. (Red). 2) data en getallen ter aanduiding van troependeelen worden niet gepubli ceerd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 73