nen drinken. Zoo moeten wij onder het debiet van deze bron verstaan, het aantal paarden of menschen, dat aan die bron in een tijd van bijv. 24 uur kan drinken. Iets dergelijks hebben wij met de artillerie. Als we de munitie bij de stukken gereed hebben staan, dan kunnen wij deze binnen zeer korten tijd verschieten. Maar als regel zijn we afhankelijk van den aanvoer van achteren en de vraag is hoeveel levert deze ons per etmaal. Generaal Gascouin zegt in zijn werk ,,l'evolution de 1'artillerie pendant la guerre" het volgende „Bij Verdun werd de vuurkracht dikwijls beperkt door het vermogen van de munitie-aanvulling. Deze munitie-aanvulling was het moei lijkst in de voorste stellingen tengevolge van het slechte terrein en het onafgebroken vuur zelden kon men de divisie-artillerie met meer dan 250 schoten van 7,5 cm. per 24 uur aanvullen, terwijl toch de vuursnelheid van onze kanonnen wel twee of driemaal grooter verbruik toelaat. De munitie-aanvulling had voornamelijk met cahsons plaats. Men ondervond, evenals later aan de Somme, hoe gering het rendement is van de munitievoer tuigen van 7,5 cm. Vd. In het nieuwste werk van Generaal Gascouin Le triomphe de l'idée, 1914, las ik „Men dacht er vóór den oorlog niet aan, dat de tirannie van de munitieaanvulling op zichzelf voorwaarden kon opleggen aan de tactiek in de meeste oorlogsomstandigheden". Over de munitieaanvulling bij onze artillerie zou nog heel wat te zeggen zijn, doch het zou me te ver voeren daar thans op in te gaan. Ik hoop U duidelijk te hebben gemaakt, van hoeveel belang het is, dat den D. A. C. en den D. C. helder voor oogen staat over hoeveel munitie zij in den loop van een gevecht kun nen beschikken. Eerst dan kunnen zij een plan maken voor het inzetten van die munitie, dus voor het gebruik van de artillerie. MMHH., ik zal dit plan voorloopig laten rusten om over te gaan tot de bespreking van eene tweede denkwijze, welke als grondslag voor het gebruik van de artillerie kan dienen, namelijk „De artillerie is een bij uitstek offensief wapen". Om dit duidelijker te doen uitkomen, is het goed te zien hoe het met andere wapens is gesteld. De cavalerie, dit zal wel niemand tegenspreken, is een echt offensief wapen. Zij zoekt den vijand op en tracht hem uit het veld te slaan. Vroeger had de cavalerie geen ander strijdmiddel dan de aanval. Door de in voering van de vuurwapens en in het bijzonder de automatische vuurwapens, kan zij tegenwoordig ook defensief optreden doch haar aard brengt mede, dat dit slechts een tijdelijk defensief kan zijn. Haar kracht ligt in den aanval. Zij zoekt den vijand op. De luchtmacht is een offensief wapen het luchtdoelgeschut defensief. 633

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 11