beeld, dat Werd opgericht door barbaarsche, op den laagsten trap staande onbezonnenen, en dat tevens een beeld was van de in- tellectueele anarchie, waaronder ons arme Frankrijk zoo bitter leed". In een noot wordt nog aangeteekend „Men heeft weliswaar het afgodsbeeld thans tijdelijk onttroond, maar is het wel voor altijd vernield MMHH., ik mag U niet onthouden, wat Colonel Cambuzat ons als pendant van deze schilderij voorhangt, en dat hij het offen sieve vuur noemt, den aanval met artillerievuur. „Van den aanvang van den oorlog, en bovenal in de periode, waarin de barrage fixe in de mode was, dachten sommige lieden, vertrouwende op de geschiedenis, dat de projectielen hun nor maal operatieterrein moeten vinden daar, waar de vijand is, en dat hoe dieper zij daarin doordringen, hoe meer kans zij krijgen ernstige stoornissen te veroorzaken op elk uur van den dag en den nacht. Deze opvatting, welke zeker niet nieuw is, werd nog versterkt door een andere waarheid, welke door den aard. van het hedendaagsche gevecht al langer hoe tastbaarder is geworden. Juist omdat elk gewoon artillerievuur door zijn aard onver mijdelijk moet zijn voorbereid, klimt het rendement al naar mate men daarvan gebruik maakt om den vijand uit zijn nest te ver jagen, terwijl het rendement daalt dikwijls tot nul wanneer wordt gewacht tot de vijand een voorsprong heeft. Een weinig ervaring toont zelfs gemakkelijk, dat het juist deze, den vijand zoekende vuren zijn, die de meeste kansen bieden om omstandig heden te voorschijn te roepen, welke den vijand er toe brengen verkeerde bewegingen uit te voeren en daardoor vanzelf in andere vuren te loopen. Dit is niet eens een der minst belangwekkende finesses van de manoeuvre. „Wat hier van aan zij, de oorlog bood van den aanvang een vruchtbaar veld van toepassing en leering en verscheidene artil leriecommandanten voeren wel bij deze toepassing van onze beste Fransche tradities in moderne omstandigheden. De zware gevech ten bij Verdun in 1916 brachten een proefondervindelijke bevesti ging van de oude bekende waarheden, welke door een dagelijksche practijk en door de getuigenissen van den vijand werden verjongd. Deze laatste, onderworpen aan krachtige, plotselinge, kort durende en ver in zijn gebied doordringende vuren, verloor al meer en meer zijn aanvalskracht als gevolg van de onveiligheid in het gebied der commandoposten en de stoornissen, welke daar werden ver oorzaakt. „Deze opvatting van het gebruik van de artillerie bevat niets vreemds. Het is van ouds bekend, dat hoe meer men den vijand bij hem thuis bezig houdt en vooral gevarieerde moeilijkheden 637

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 15