van zulke gevallen, waarin een gemengd detachement een tijd lang verdedigend moet optreden, of waarin met een gedeelte van een troepenmacht een bepaald terreingedeelte aan den vijand wordt ontzegd, terwijl een ander deel voor den aanval wordt gebruikt. Nog korf geleden heeft de Divisiecommandant bij een tactische oefening op de kaart zulk een geval behandeld en ook de com mandant van het 2e R. 1. heeft een dergelijk geval tot onderwerp van een bespreking gemaakt. Tracht U dan eens los te maken van het schema, dat zoo onge merkt bij onze oefeningen dreigt in te sluipen, waardoor een afdeeling wordt bestemd voor steun van de verdedigende groep, een afdeeling voor steun van de aanvallende groep en een afdee ling voor het vuur op groote afstanden en alle drie met een of meer neventaken. Maakt U eens vrij van het streven om met onze geringe artilleriemacht alles tegelijk te willen doen. Ik geef U in overweging om bij wijze van oefening de U voor gelegde denkwijzen in toepassing te brengen nl. het wapen van de artillerie is het projectiel en de artillerie is een bij uitstek offensief wapen. Welk plan zoudt Gij dan maken voor het inzetten van de artil leriemunitie In tal van gevallen kwam ik tot de conclusie, dat wij het groot ste nut van onze zwakke artillerie kunnen trekken door hare mu nitie te bestemmen voor de aanvalsvuren, dus voor wat wij noemen de vuren op groote afstanden, de artilleriebestrijding inbegrepen. Een hoofdvoorwaarde daarvoor is echter, dat wij ons de moge lijkheid scheppen op groote afstanden te zien. Wij moeten de doelen kunnen vinden en daarna de vuren daarop kunnen regelen. Bij tal van oefeningen is er reeds op gewezen, van hoeveel belang het is, dat de artillerie over waarnemingspunten kan beschikken en inderdaad bestaat reeds algemeen het streven, de gevechtsterreinen zoo te kiezen, dat waarnemingsmogelijkheid wor'dt verkregen. Maar ook in terreinen, waarin uitzichtgevende punten niet zoo dadelijk opvallen, moeten wij artilleristen toch met ernst en groote energie daarnaar zoeken en het resultaat valt in de practijk vaak erg mee. Door de invoering van motorpatrouilles bij de afdeelingen veld en bergartillerie zullen wij evenals bij de motorartillerie in wij dei- ruimte kunnen denken en werken. Wij kunnen in korten tijd op grooten afstand gelegen waarnemingspunten bereiken. De draag bare radiostations stellen ons in staat reeds spoedig seinverbinding te krijgen in afwachting van het gereedkomen van de lijntelefoon. Wij zijn bij onze vredesoefeningen geneigd om ons niet zoo veel moeite te getroosten, omdat er toch geen vijand te zien is. Men kan er echter zeker van zijn, dat in den werkelijken oorlog, als de vijand met infanterie en artillerie op oorlogssterkte in het 639

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 17