En de zaken kunnen niet anders verloopen dan op deze manier.
Inderdaad biedt de manegedressuur dusdanige en zoovele moeilijk
heden en eischt zulk een fijn gevoel, dat het onmogelijk is dat
een soldaat, gegeven den korten duur van zijn diensttijd en de ver
schillende andere dingen die hij leeren moet, erin zou kunnen
slagen de beginselen te begrijpen goed toe te passen.
Samenvattend: het beginsel en de methode die ik als basis neem
van een goede militaire rijkunst hebben ook de verdienste van
grooten eenvoud. Redeneering, practijk en voortdurende waarne
ming hebben mij de overtuiging geschonken, dat dit de eenig mo
gelijke manier is om te leeren goed door het terrein te gaan.
Hetzelfde doel bereikt men niet op andere methodes.
Ie Omdat ook al worden zij goed uitgevoerd, zij niet steeds het
paard voorbereiden voor het terrein, doch het licht daarvoor onge
schikt maken.
2e Omdat zij niet ontwikkelen, doch integendeel den voorwaart-
schen drang van het paard remmen.
3e Omdat zij, als zijnde veel te moeilijk, niet goed begrepen
kunnen worden door den soldaat, die door verkeerde toepassing
het paard bederft.
4e Omdat door verkeerde toepassing, het voornaamste doel dat
het reglement stelt niet bereikt wordt, t. w. het paard in de hand
te hebben en er elk oogenblik meester over te zijn. Dit begrijpt
men gemakkelijk indien men bedenkt dat als gevolg van de vele ruwe
en weinig in overeenstemming met elkaar zijnde hulpen, die de
soldaat geeft, het paard stopt, zich spant en soms reageertboven
dien is een paard dat in de manege goed in de hand staat, zulks
nog niet altijd in het terrein, veel meer zal het dan vaak heelemaal niet
in de hand zijn, terwijl het juist in het terrein een vereischte is
dat de soldaat meester zij van zijn paard.
Mij rest thans nog slechts een enkel woord te zeggen naar aan
leiding van het denkbeeld van velen dat het werk in het ter
rein schadelijk mocht zijn voor een langen diensttijd van het paard.
Dit is absoluut onjuist. In de eerste plaats heb ik niet gezegd,
dat om paarden en ruiters te oefenen in het terrein, men buiten
gewone dingen moet doen en een voortdurende zwaren arbeid
laten verrichten. Men kan volstaan met een dagelijksche voortdu
rende oefening van geringe moeilijkheden, kleine sprongetjes en
weinig galop, en dit werk goed geleid en in overeenstemming met
de magere rantsoenen van onze paarden, is niet alleen niet scha
delijk, maar is bevorderlijk voor het gestel van het militaire paard.
In elk geval, en meer speciaal in het rijden, zijn lange voor
bereiding en gewennen noodzakelijk. Buitengewoon nadeelig voor
het paard en gevaarlijk en weinig nuttig voor den ruiter, is het
plotseling door het terrein gaan met paarden die gewend zijn in
de manege te loopen of op het excercitie-terrein, en die gereden
worden en afgericht zijn zonder eenig beginsel of richtsnoer dat
betrekking heeft op het werk van het paard buiten.
664