668
5. JOURNAAL VAN DE VERRICHTINGEN VAN DE UEDA
DIVISIE BIJ SHANGHAI
vervolgzie no. 7
De zware artillerie die zelfs de lucht deed trillen.
Vanaf 's morgens vroeg waren de vliegtuigen van de marine met hunne
zilveren vleugels reeds in volle actie.
De bommen, die de aarde deden schudden, veroorzaakten op vele plaatsen
brand en brachten 's vijands harten tot het uiterste in beroering.
Onze zware- en bergartillerie hadden den vorigen dag volledige voorbe
reidende maatregelen getroffen, de commandanten hadden met die van de
Infanterie overleg gepleegdniets was nagelaten om tot eene goede samen
werking te geraken.
8 u.v. m.l Het moment was aangebroken!
Het vuur werd geopend, men schoot, schoot, men schoot geweldig. Plot
seling hoorde men binnen de vijandelijke stelling een doodskreet en 't was
alsof het hellevuur opsteeg; men zag dat menschen met mitrailleurs en al in
de lucht geslingerd werden.
Officieren en soldaten stonden in de loopgraven op en gilden„banzai
De gelegenheid tot den aanval naderde. Zou nu ons laatste uur"geslagen
zijn? En terwijl deze gedachten ons bezighielden werd een geweldi" con
centratie vuur op de vijandelijke stelling gelegd.
De vijand kon 't niet houden; in een paniek vluchtte men, 't leek wel een
golfstroom van menschen. Voorwaarts De voorste lijn van deSabae
van overste Oga, nam de gelegenheid waar en drong naar voren.
De artillerie verlegde haar vuur, de infanterie volgde dit, doch helaasDe
hindernis die een kreek vormde deed het elan verloren gaan en juist op dat
oogenblik kwam de vijand plotseling in haast weer terug. Er was reden voor i
In den rug van den vijand had men de Foutschen afdeeling, een troep
die in de geheele wereld zijn weerga niet vindt, achtergehouden. De vluch
tende eigen troepen werden met mitrailleurs neergeschoten; voorwaarts
wachtte de dood, achterwaarts evenzoo, het was voor hen dus gelijk, dan
maar liever voorwaarts om te sterven en daarom kwamen zij terug.
De doorbraak in die richting mislukte daarmede juist nog op 't laatste
oogenblik. Voor eeuwig zal ons dit berouwen.
Het hoofd van den staf, de Kolonel Tani, die op dien dag de leiding had
aan het front, ergerde zich geweldig en met recht.
Van den vijand bevond zich de 61e Divisie van het 19e Louleger daar ter
plaatse. Het gevechtsveld lag als bezaaid met gesneuvelden, men kon bijna
geen voet verzetten zonder op een lijk te trappen. Ontelbaar was de hoeveel
heid achtergelaten wapening en munitie.
Daartegenover waren onze verliezen betrekkelijk gering.
De wijze van oevechtsvoeren van den vijand.
Door de gevechten van den 20en tot den 25en waren wij bekend geraakt
met de wijze van vechten van den vijand. Indien men steunde op een stelling
dan ontplooide men voldoende kracht, doch bij een gewonen aanval reeds,
boden zij niet den minsten weerstand en sloegen op de vlucht. In 't bijzon
der de Foutchen troepen en speciaal de officieren waren spoedig hun moreel
kwijt.