671 in een kogelregen gestaan hadden en niet 't minste letsel hadden bekomen. Zoo had ieder zijn veine of déveine, maar ook iedere afdeeling had haar gelukkig of ongelukkig gesternte. De Tsuruga bv. was al zeer ongelukkig. Allereerst werd deze bij Shapei weggehaald om reserve te worden. Bij Peiangtsuenn werd tegen den vijand opgerukt doch zonder een roemrijk gevecht te leveren, daarna werd zij weer reserve. Bij den derden aanval werd dezeop den uitersten linker vleugel geschoven, doch moest tegengehouden door de hindernis die een kreek vormde, achter de Kanasawaworden verzameld. Helaas echter werden nog heel veel verliezen aan dooden en gewonden ge leden. Samenwerking tusschen noord en zuid. De vijand in 't nauw ge bracht. Den len Maart landde de 11e van de De commandant van de Kotoen onzecommandant Ueda, waren klasgenooten en beschikten samen over één slaapkamer. Hunne onder linge betrekkingen waren zeer intiem en dikwijls verrichtten zij op dezelfde plaatsen hunne diensten. Ver van elkander verwijderd gingen zij in Noordelijkeen Zuidelijke richting voorwaarts, maar met de gedachte elkander zoo spoedig mogelijk de hand te reiken. Het succes van deze in de gevechten van het leger bij Taichangtchenn en Liouhotchenn was voor een goed deel te danken aan den geestelijken band tusschen beide commandanten. Langzamerhand teekent zich het begin van den aanval. Sedert den ochtend van den dag van de maand was een heftig bombardement van vliegtuigen en artillerie geopend. Het was dien dag schit terend weer. De commandant had zijn commandopost gekozen bij de klok op het raceterrein. De ster van den 22en was de gemengde de leidende acteur van den 25en de rechtervleugelafdeeling en de ster van den bewusten dag, de linker- vleugelafdeeling. Het geluk diende haar, want aanvankelijk was zij niet bestemd om een belangrijke rol te vervullen. En van die linkervleugelafdeeling ver wierf zich de meeste eer de Hayashivan de Kanazawa De Kolonel Hayashi had zich den vorigen avond het geheele lichaam ge- wasschen en daarna schoon ondergoed aangetrokken, alsof hij voelde wat er met hem gebeuren ging. Kalm stond hij daar aan den Noordrand van Ienkiakai tegenover Foueicheu te midden van een kogelregen met een glimlach op de lippen. De afdeeling vechtwagens, die met deze moest samenwerken, ging onder commando van den eersten luitenant Imamura in de richting van Hankiat'ang voorwaarts en maaide de automatische wapenen van den vijand, zoo gauw deze ontdekt werden, neer. Door het concentratievuur van den vijand waren alle vuurwapenen onklaar geworden, maar hij reed door en drukte de ijzerdraadversperring, waarin de landmijnen zonder eenige tusschen- ruimte waren aangelegd, plat. Om 10 uur v. m., het bevolen uur, en geen minuut of seconde te laat, sprong de van kapitein Hirayama, die de opdracht had om allereerst den aan val in te zetten, voorwaarts, waarbij onmiddellijk van drie richtingen het vuur op haar werd geopend, de kapitein dadelijk sneuvelde daarna de speciale sergeant majoor en al het kader. Door dit edele offer werden alle machinegeweren van den vijand een oogen- blik in bedwang gehouden, van welke gelegenheid de 2e luitenant Kurihasa,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 49