676 Een dergelijke politieke troepenzending geeft aanleiding tot tal van zeer ge compliceerde toestanden, die de bewegingen van de troepen belemmeren en beperkingen opleggen. Zuiver en alleen van uit een taktisch strategisch oogpunt beschouwd zijn er vele dingen die aan kritiek onderworpen kunnen worden. Waarom heeft men te voren niet voldoende verkend Waarom heeft men het zwaartepunt van den aanval niet op een andere meer geëigende plaats gekozen en had niet de basis van den vijand, Nanking en de wapen fabrieken van Lounghwa, gebombardeerd moeten worden? Dergelijke vragen komen vanzelf op. Het was daar een delicate toestand maar ook was de mogelijkheid niet uitge sloten dat van de zijde van den volkenbond actief zou worden opgetreden en daarom moest het einde bespoedigd worden. In de concessie legden in het bijzonder de terreinen en gebouwen in bezit van de buitenlanders en niet minder de zorgen voor de bescherming van de cultureele instellingen, een groote beperking opaan de andere zijde, uitgaande van de grondgedachte om met inspanning van alle krachten tot een vredelievende oplossing te ge raken, werd, om een te snelle botsing te vermijden, verkenning van den toe stand van den vijand en van het terrein niet uitgevoerd zooals men dat zou wenschen. Voor buitenstaanders en voor hen die denken dat het geschil om niets ont staan is, is het moeilijk om zich zuiver in den toestand in te denken en om het als een groot vraagstuk te beschouwen. Dat nu het overwinnende leger, in een twintigtal gevechten met als tegenstan ders: het 19e Louleger, de bewakingsdivisie, die zich zoo op hare betere uit rusting liet voorstaan en het in getalsterkte de meerdere zijnde 5e Louleger, geen enkele nederlaag heeft geleden en in zoo korten tijd de talrijke en in moeilijk terrein aangelegde sterke stellingen kon nemen, spruit in den grond van de zaak voort uit een oprechte loyaliteit en is te danken aan een zuiver gevoeld patrio tisme van de militairen van alle rangen en van alle onderdeelen, doch in het bijzonder ook aan de nauwe samenwerking tusschen land- en zeemacht. Wijders hebben officieren noch minderen zich niet in het minst zorgen ge maakt over hen die zij achterlieten, tegenover den vijand dachten zij alleen hoe krachtig het volk zou zijn na den strijd. Speciaal moet ik ook gewag maken van den steun die ondervonden is van alle officieele en niet officieele personen en van onze eigen landgenooten die daar woonachtig waren. Van hen die helaas in dezen strijd zijn gevallen en zijn overgegaan in god delijke beschermers van het rijk, zal de geest nog lang in het stroomgebied van de Yangtze vertoeven en onze daar wonende landgenooten bezielen en aansporen om tot in lengte van dagen te waken voor de rechten van ons land. EINDE. W. VAN DER POEL, Kolonel der Infanterie.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 54