678 Ook het bevel„Slechts voor sterke aanvallende afdeelingen terugtrekken is niet juist „sterk" is nl. een kwestie van appreciatie. Een aanvallende afdee- ling, welke door een wankelmoedig comdt met „sterk" wordt bestempeld, noemt een onverschrokken aanvoerder „zwak". Een dgl. bevel, als zooeven genoemd, kan dus tot gevolg hebben, dat de krachtige comdtn te lang stand houden en daardoor hun troep noodeloos opofferen, terwijl juist de slappe broeders die ondanks psychotechnisch onderzoek altijd zullen blijven be staan al te spoedig hun hielen zullen lichten om het veege lijf in veiligheid te brengen. Bovendien, zegt het M. W. typeerendDiese umgekekrte Aus- lese der Tiichtigen ist nicht nur aas taktischen Qriinden verfehlt. Sie ware auch eine Sünde an der krlegerischen Tiichtigkeit der ungeborenen Oeschlechter. Auch an diese Zukunftssorge musz heute einverantwortungsbewuszter Führer denken. Unser Volk vertragt nicht allzu oft eine so griindliche Ausmerzunp der Besten, wie wir sie trauernd erleben mnszten". Daarbij komt nog dat een doortastend aanvaller spoedig tot de wetenschap zal gekomen zijn, dat hij slechts de vijandelijke stelling tot op een bepaalden afstand behoeft te naderen om te bereiken, dat deze ijlings wordt ontruimd. Bij den verdediger werkt voorts de onzekerheid omtrent het tijdstip, waarop moet worden teruggetrokken, een algemeen gevoel van onzekerheid en on veiligheid in de hand, vnl. in onoverzichtelijk terrein. De vraag„zijn de 1. en/of r. neventroepen nog op hun plaats of is de aanvaller daar wellicht reeds doorgedrongen?" zal herhaaldelijk moeten worden gesteld. Wel kunnen allerlei teekens worden gelast om algemeen gelijktijdig terugtrekken te waarborgen, doch in het werkelijke gevecht met al zijn storende invloeden zullen deze herhaaldelijk falen, afgezien nog van de kans dat deze teekens een handigen aanvaller ook spoedig bekend kunnen worden. Door alle onzekerheid omtrent rug en flanken wordt de aandacht naar voren afgeleid en vermindert noodzakelij kerwijze de kracht der verdediging. Alle berzwaren kunnen worden voorkomen door het bevel voor den terug tocht te doen luiden: „De stelling moet bezet blijven tot uur, daarna terug trekken op de volgende opnamenstelling Men kan hier direct tegen opwerpen: „dat uur is van te voren niet vast te stellen" doch dit bezwaar telt slechts in zeer geringe mate, gezien de kracht van het vuur der tegenwoordige mitrs. welke zorgvuldig opgesteld en gemas keerd, in het bijzonder den verdediger ten goede komen, nl. zoolang deze in zijn goedgekozen stelling blijft. De artillerie des verdedigers moet daarbij uiteraard krachtigen steun verleenen en daardoor het inzetten van de vijandelijke hulpwapens storen en vertragen. Het zich losmaken van den vijand zal daar door in de meeste gevallen na het invallen van de duisternis kunnen geschieden en kan dan volgens het vooraf beraamde plan zonder veel verliezen plaats hebben. Doch ook wanneer volgens de bevelen het vertragende gevecht bij dag moet worden afgebroken kan door een krachtigen vuurstoot van alle hulpwapens het losmaken van den vijand worden vergemakkelijkt, doordat de vuur monden een gordijn van scherven, springwolken en nevel leggen tusschen de eigen voorste troepen en den vijand, jterwijl de in de diepte gegroe peerde eigen mitrs die des vijands eroncer houden. Onmogelijk is het echter om zonder die hulp een bestaand nauw contact tusschen beide p artijen te verbreken, tenzij het terrein den terugtocht zeer bevordert. „Een strijdend teruggaan", zooals zoo dikwijls wordt gepropageerd, wordt onuitvoerbaar geacht tegenover een werkelijk overmachtigen aanvaller. Onder dekking van de hulpwapens heeft de verdediger zich uit zijn voorbereide stelling losgemaakt. Door daarna, nl. na een korten afstand achterwaarts te hebben afgelegd, wederom den strijd met den opdringenden aanvaller aan te binden, wordt de zwakke verdediger een zekere prooi van 's vijands mitrs: aan het heftigste art. vuur kan de moedige en met de noodige veine toege ruste nog ontkomen, doch elke niet geheel gedekte beweging onder hetmitr. vuur van een overmachtigen tegenstander leidt onherroepelijk tot vernie tiging.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 56