684
Er bestaat dan ook geen scherpe scheiding tusschen de verschillende onder
deden bij het bepalen van de taak en dikwijls zal een afdeeling, welke oor
spronkelijk opdracht kreeg, de inf. te steunen, worden ingezet voor de be
strijding van art. en omgekeerd.
De taak van de art. bij den verdediger bestaat in hoofdzaak in het murw
maken van den tegenstander, waarbij zooveel mogelijk diens moreel wordt
aangetast en in het ondersteunen van den tegenaanval, het einddoel van elke
Japansche verdediging. Bestrijding van tanks is aan de div. art. opgedragen.
In den aanval richt de art. zich bij de nadering voornamelijk tegen 's vijands
artillerie. De vernieling van hindernissen ligt in hoofdzaak op het domein
van de pioniers. De hoofdtaak van de artillerie bij den aanval is voorts, naast
de vernieling van de vijandelijke artillerie, het bestrijden van weerstandskernen,
waartoe een verrassend en overweldigend vuur wordt afgegeven.
Over het algemeen hecht men zeer veel waarde aan de topografische voor
bereiding van het vuur, aan den anderen kant veel verrassende vuurovervallen;
veel verouderde, mechanisch uit het Westen overgenomen methoden schijnen
in het Japansche Leger nog in zwang te zijn.
Auto-tractie artillerie.
De R. d. 'A. van April bevat een zeer lezenswaardig artikel van de hand van
capt. H. Belleville, getiteld „De l'artillerie portée a l'artilleriea tracteurstous
terrains", waarin op duidelijke en overzichtelijke wijze, toegelicht met photo's
en schetsen het ontstaan van de artillerie portée en de ontwikkeling hiervan
tot de huidige autotractie-artillerie wordt weergegeven.
De artillerie portée heeft haar ontstaan te danken aan de omstandigheid, dat
al spoedig na het uitbreken van den wereldoorlog de behoefte ontstond aan
een snel over groote afstanden verplaatsbare artillerie, ten einde daarmede de
gevechtskracht op een bepaald frontgedeelte te kunnen opvoeren.
In 1915 op zeer bescheiden voet opgericht, werd deze artillerie gedurende
den oorlog doorloopend uitgebreid, om ten slotte bij den wapenstilstand in
1918 niet minder dan 37 regimenten te tellen.
Het groote nadeel van de art. portée was haar zeer geringe tactische mobi
liteit, ten gevolge waarvan men steeds aan de goede wegen gebonden bleef.
Op uitvoerige wijze schetst schr. verder de voortdurende evolutie van dit
wapen, waarbij doorloopend het streven valt te onderkennen, de verplaatsbaar
heid door het terrein te vergrooten, zonder daarbij aan de strategische mobili
teit afbreuk te doen. Het zijn voornamelijk de jaren na den oorlog, waarin dit
vraagstuk de volle aandacht kreeg. Na de invoering van tractors werden m
1926 vergelijkende proeven gehouden tusschen art. hippomobile en automo
bile, waarvan de resultaten in het kort als volgt kunnen worden samengevat:
a. paardentractie voldoet in afwisselend terrein op afdoende wijze, mits de
gevraagde arbeid van korten duur is.
b. auto-tractie. d. w. z. „traction automobile a chenilles" voert bij aanwezig
heid van „obstacles courts" minder snel, doch zeker tot het doel, terwijl bij „un
effort d'une durée illimitée" het voordeel onweerlegbaar is, met name in af
wisselend terrein en langs wegen, waar de gemiddelde snelheid meer dan 20
K. M. per uur bedraagt, welke zonder nadeel voor het materieel 7 a 8 uren
kan worden volgehouden.
Voor de toekomst verwacht schr. zeer veel van de „art. tractee welke,
dank zij de moderne hulpmiddelen, geschikt moet worden geacht voor gebruik
in alle terreinen en zonder bezwaar kan worden ingedeeld voor de z.g. „appui
direct" van de infanterie, waarbij zij boven de art. hippomobile het groote
voordeel bezit in enkele uren over honderden kilometers verplaatst te kunnen
worden. Kortom hij acht haar geschikt voor het ten uitvoer brengen van al
die opdrachten, welke normaal aan de divisie-artillerie worden toebedeeld.
Na nog gememoreerd te hebben, dat talrijke artilleristen nog maar noode
het paard zien vervangen door den motor, besluit schr. zijn zeer belangwek
kend artikel met de woorden: a
L'artillerie, per la force des choses, doit évoluer dans le meme sens et se
„procurer des engins qui la mettent a même de coopérer dans les meines