685 „conditions de rapiditié que les autres armes, aux différentes opérations d'une „armée moderne". „L'artilierie a tracteurs tous terrains est une première solution du problème ainsi posé". Ten deele een merkwaardige tegenhanger met het vorenstaande, in zoo verre dat schr. minder optimistisch staat tegenover de mogelijkheid van een doorgevoerde motortractie, vormt het door capt. W.C. Dunckel geschreven artikel „The truck drawn battery", verschenen in het F. A.J. van Mei j. 1. Ook deze schr. constateert een toenemende drang naar motorisatie van een deel van de veld-artillerie, waaraan echter door het ontbreken van de noodige, aan moderne eischen beantwoordende motoren en voertuigen, zelfs t. a. v. de proefneming, paal en perk wordt gesteld. Het zijn hier in hoofdzaak de finan- cieele consequenties, welke een doorgezette motoriseering in den weg staan. Het War Department bepaalde, met betrekking tot de motorisatie, het vol gende „The War Department contemplates no departure at „present from the principle that divisional light artillery is horse drawn". Schr. neemt in zijn artikel het vraagstuk van de voorziening van het paar- denmateriaal in beschouwing, waarbij hij wijst op den sterken achteruitgang van het beschikbare aantal paarden in de U.S.A. Een gunstige omstandigheid is echter, dat de laatste jaren bij de boeren een sterke neiging is ontstaan, de landbouwtractors te vervangen door dierlijke trekkracht. De „tractor drawn artillery" en de „portée artillery" behandelende, komt capt. D., voor zoover betreft den huidigen stand van zaken, tot een veel min der gunsrig oordeel dan de schr. van het hiervoren weergegeven artikel. In het tweede deel van zijn betoog beschouwt schr. de proeven, welke ten behoeve van de motorisatie vanwege het War Dep. in den loop van dit jaar gehouden zullen worden. Hierbij heeft men zich op het standpunt gesteld, dat het uitrusten van alle te motoriseeren artillerie met speciale tractors en voer tuigen te kostbaar is, zoodat motoriseering slechts dan mogelijk kan zijn, indien de noodige voertuigen uit het vrije verkeer en den handel betrokken kunnen worden en na gebeurlijk een kleine wijziging geschikt zijn voor militair gebruik. Voor de proefnemingen, welke reeds aangevangen zijn, heeft men zijn keuze laten vallen op Ford-trucks van l'/2 ton, een type, dat ook door andere fa brikanten in grooten getale wordt of kan worden aangemaakt. Het geschut (75 mm. veldkanon) zal worden getrokken en is daartoe voor zien van luchtbanden. De oorspronkelijk in de U. S. A. wel toegepaste ver- voermethode, waarbij het kanon werd geplaatst op een tweeradig voertuig een z.g. „bogie", welke aan de trekauto werd bevestigd, is definitief verlaten. Met belangstelling zullen ongetwijfeld ook buiten de U.S.A. velen deze proef nemingen volgen. Inf. en anti-tank kanon. „Canon mitrailleur" van 2 cM. (PR. d' A. April). De Zwitzersche fabriek Soleure heeft een kanon van 2 cM. geconstrueerd, in staat de infanterie te volgen; de uitwerking tegen land- en luchtdoelen wordt voldoende geoordeeld. Het kanon wordt in stelling gebracht, hetzij op raden, hetzij op een pivot. In het eerste geval bedraagt het hor. schootsveld 60°, in het tweede is het onbeperkt. Het vervoer kan geschieden, hetzij gedragen door personen, hetzij door draagpaarden, in welk laatste geval er 4 noodig zijn, ieder met een last van 82 tot 106 K. Q. Het geheel kan getrokken worden door één paard. De belangrijkste gegevens zijn kal. 20 mm.; lengte schietbuis 65 kal.; gewicht schietbuis 17 K. G. gewicht kanon compleet 59 K. G.gewicht v/h stuk in stelling, op raden 260 K.G., op

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 63