3. SEAUMUR OF PINEROLO (zie I. M. T. no. 5) II De grondbeginselen der Campagneschool door Luit. FEDERICO CAPRILLI. (Vertaald uit het Italiaansch door H. Treffers, Ritmeester). Algemeene regels waarmede bij het rijden in het Leger rekening moet worden gehouden. Naar mijne meening is het doel van de militaire rijkunst steeds geweest, en zal dit om begrijpelijke redenen steeds meer zijn, binnen den kortst mogelijken tijd afgerichte paarden en manschap pen te verkrijgen; alsmede paarden die een maximum uithoudings vermogen paren aan de grootst mogelijke snelheid, aan willigheid en aan een aangenaam karakter, en zulks met zoo min mogelijk verbruik van materiaal. Het militaire paard moet in de eerste plaats gewend zijn om zich door het terrein te bewegen, omdat in den oorlog de Cavalerie daar haar taak zal moeten volbrengen ruiter en paard moeten met het geaccidenteerde terrein in al zijn verscheidenheden ver trouwd zijn, opdat zij beiden bij het stoutmoedig overwinnen van hindernissen de zoo noodige kalmte kunnen bewaren; zij kunnen dit slechts bereiken door een rationeele en voortdurende opleiding en oefening. Het doel van de militaire rijkunst is dus: goed door het terrein gaan. Ons reglement beoogt dit ook, en zegt zulks in weinige blad zijden die aan het einde van de ruiterschool te paard geplaatst zijn. Doch zijn deze bladzijden, die op zich zelf van zoo groote waarde zijn, in overeenstemming met den overigen inhoud van het boekje waarin zij voorkomen? Het zij mij vergund ten opzichte hiervan eenigen twijfel te koesteren. Inderdaad lijkt het mij, dat het reglement erop gericht is een paard een houding te doen aannemen, die afwijkt van de natuur lijke. Het wenscht een veranderd evenwicht met een gewijzigde hoofdstelling en meerdere buiging in enkele gewrichten, omdat men uitgaat van de grondgedachte, dat alleen een paard, dat een meer evenwichtige houding heeft aangenomen ten opzichte van zijn zwaartepunt en met een vertikaal geplaatst hoofd en nageeflijk is in het nekgewricht, geschikt is voor soldatenpaard. Alleen al het feit dat men bij de regimenten geen enkel paard aantreft dat aan deze eischen voldoet, en dat desniettegenstaande toch vele 659

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 37