1. BESCHOUWINGEN OVER HET GEBRUIK VAN DE ARTILLERIE. (voordracht gehouden voor de Officieren van 1, 2, 3 R. I. en 1 R. A.). door J. DORMAAR. Luitenant-Kolonel der Artillerie. MMHH. Als titel van mijn voordracht had ik graag willen kiezen ,,Wijsgeerige beschouwingen over het gebruik van de Ar tillerie". Om misverstand en wellicht vooroordeel te voorkomen, heb ik in de aankondiging het woord „wijsgeerig" maar wegge laten, doch daarvoor in de plaats verzoek ik U te willen aan- hooren, wat ik onder een wijsgeerige beschouwing zou willen verstaan. Er bestaat een boek, geschreven door een ingenieur, professor aan de technische hoogeschool te DELFT, professor Wattjes, dat tot titel heeft „Praclische wijsbegeerte"Het is voor ons, die de krijgskunst bestudeeren, wel leerzaam te hooien hoe men kan spreken van practisclie wijsbegeerte. Professor Wattjes zegt dan in de inleiding van zijn boek het volgende 627 „Denk aleer Ge doende zijt, en doende denk dan nog. In dezen wijzen raad van Guido Gezette is begrepen, dat er niets zoo practisch is als het denken. Het denken over liet doen, dat het doen behoort vooraf te gaan en te vergezellen, pleegt theorie genoemd te worden in tegenstelling met practijk, waarmee het doen wordt aangeduid. Is de boven aangehaalde raad juist, dan blijkt er niets practischer dan de theorie. „Om doeltreffend te handelen, dienen we voor en tijdens en over het doen te denken. Nu is echter denken en denken twee. Denken en denken is nog niet steeds hetzelfde, doch als verkeerd denken en zuiver of recht denken juist eikaars tegendeel. Het is zonder meer duidelijk, dat met het denken in de aangehaalde spreuk niet het verkeerde, doch het zuivere denken wordt bedoeld. Tusschen het verkeerde denken en het zuivere denken ligt nu een derde soort, die veel meer pleegt voor te komen dan deze beide, en wel het onzuiver denken, dat niet geheel en al verkeerd maar ook niet geheel en al zuiver is. „Denken doen we allen, waarbij veel verkeerd gedacht wordt, zeer velen onzuiver denken en zeer weinigen zuiver denken. Denken doen we allen van nature zuiver denken vereischt oefening. Denken wij nu ver der, ingevolge den aangehaalden raad over de oefening van het denken, dan blijkt methodische oefening voor alles en dus ook voor het denken-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 5