de bestaande spoorwegcompagnie heeft besloten, mogen wij wel aannemen, dat naast alle voor- en nadeelen, die bij het voorstel tot opheffing tegenover elkaar zijn afgewogen, in de eerste plaats de conclusie is getrokken, dat een spoorwegcompagnie in de formatie kan worden gemist, zonder dat daaruit onaanvaardbaar nadeelige gevolgen bij militair vervoer in oorlogstijd zullen voort vloeien. In verband met het uitgestrekte spoorwegnet op Java zou een spoorwegafdeeling, wil zij geheel aan haar taak voldoen, in ver houding tot de totale legersterkte te sterk moeten zijn, hetgeen ech ter aanvaard zou moeten worden, indien een spoorwegafdeeling als een onmisbaar onderdeel in de legersamenstelling wordt gedacht. Het spreekt vanzelf, dat de taak, die vroeger aan de spoorwegtroepen was toegedacht nu door andere legeronderdeelen dan wel door den. dienst der spoorwegmaatschappijen zal moeten worden uitgevoerd. En op de mogelijkheid daarvan kunnen wij met vertrouwen reke nen. Het uitvoeren van herstellingen zal wel tot de voornaamste taak hier op Java kunnen worden gerekend. En wat dat betreft kan er met zekerheid op worden gerekend dat zoowel bij den dienst der S. S., als bij die der particuliere spoor- en tramweg maatschappijen een beroep op het personeel niet tevergeefs zal worden gedaan. De mogelijkheid zou zich kunnen voordoen, dat onder bepaalde omstandigheden niet over een voldoend aantal werkkrachten kan worden beschikt. Echter zal dan aanvoer van elders in dat gebrek kunnen voorzien, terwijl verder de hulp van. een enkel leger- (landstorm-) onderdeel onder deskundige leiding- de vereischte werkzaamheden tot een goed en spoedig einde zal kunnen brengen. Op uitbreiding van het spoorwegnet ten behoeve van oorlogs handelingen van ons leger behoeft niet te worden gerekend. Vernielingen kunnen aan de genietroepen en z. n. aan daartoe geëigende andere troepen, b. v. cavalerie of marechaussee, worden opgedragen, terwijl aanleg van decauvillebanen, aanleg en uitbrei dingen van los- en laadplaatsen evenzoo door de genietroepen zullen kunnen worden uitgevoerd. Uitvoering van dergelijke wer ken behoeft zelfs voor infanterie geen onoverkomelijke moeilijk heden op te leveren. In dit licht beschouwd, vreezen wij het gemis van spoorweg troepen voor ons leger niet. Het behoeft evenwel geen nader betoog, dat ook in dezen door de P. M. S. C. tezamen met de spoorwegmaatschappijen de noodige voorbereidende maatregelen, moeten worden getroffen, om in geval buitengewoon militair vervoer zal moeten plaats vinden, alles gereed te hebben voor het uitvoeren van herstellingen aan baan en kunstwerken. Zij, die omtrent de taak en het gebruik van spoorwegtroepen nader ingelicht wenschen te worden, verwijzen wij naar het des betreffende artikel van den len luitenant der genie E. S. Zeeven hoven in M.S. 1930 no. 3. 697

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 11