„La contre-attaque est l'argument essentiel de la défense" is een
miskenning van het principe, dat vuur primair is, en als zoodanig
niet aanvaardbaar.
Laat ik hier direct bijvoegen, dat de bovenaangehaalde regel
voorkomt in het gedeelte, dat handelt over „La Stabilisation
La Bataille Defensive", en dat inderdaad de waarde van den
tegenstoot (tegenaanval) in den stellingoorlog zeer hoog staat, doch
alleen in zooverre deze operatie het middel is, om de status quo
te handhaven.
Het hiervoren aangegeven voornaamste beginsel van de verde
diging is nader uitgewerkt in den regel, dat de aanval zoo
eenigszins mogelijk voor de voorste lijn tot staan moet worden
gebracht door het vormen van een ondoorschrijdbaar vuurfront.
Daar moeten alle krachten op gericht zijn het zijn de auto
matische wapens, welke ons dat mogelijk maken.
Hoewel, ter vermijding van verliezen door 's vijands vuur in de
strook der voorste compagniën, een opstelling in breedte en diepte
geboden is, blijft toch het brengen van vuur voor de voorste lijn
de hoofdzaakde eisch, hieraan te voldoen, beheerscht de diepte
van de opstelling.
In F. u. F. p. 363 lezen wij dan ook
„Die innerhalb der einzelnen Abschnitte erforderliche Tiefen-
gliederung findet an dem Grundsatz ihre Grenze dasz es vor
allem darauf ankommt, den Ansturm des Feindes durch das Feuer
aller Waffen bereits vor der Stellung zu brechen".
Door het aannemen van dezen regel heeft men, en n.m.m. terecht
het standpunt verlaten, om de aanvalsbeweging te laten verbloeden
in de stelling, door den aanvaller aldaar in een netwerk van vuur
te verstrikken, terwijl hij in de meest ongunstige omstandigheden
verkeert.
Om nog even op het ondoorschrijdbaar vuurfront terug te
komen de lezer zal mij deze afwijking van het onderwerp ver
geven constateeren wij bij een afdeeling, aan welke het vast
houden van een bepaald terreingedeelte is opgedragen, eigen
aardige verhoudingen tusschen de daadwerkelijk aan den vuur-
strijd deelnemende automatische wapens en die, welke in reserve
worden gehouden.
Nemen wij een regiment Infanterie, dan zien wij, dat daarbij
in totaal aanwezig zijn 3X4X3X3 108 K.Ms plus 18 Mi
trailleurs, in totaal 126 aut. wapens.
Normaal nemen daarvan aan den vuurstrijd deel (bij een indee
ling van 2 bataljons in voorste lijn, terwijl elk bataljon op haar
beurt 2 compagniën, elk weer met 2 sectiën in voorste lijn heelt)
2X2X2X3 24 K.Ms.
Beschouw ik alleen de K.Ms., dan is de verhouding tusschen
de aan den vuurstrijd deelnemende K. Ms. en die, welke in reserve
worden gehouden, als 24 108 1 op 4'/2-
702