De met deze taak belaste afdeelingen (compagnies- en batal
jons-reserves) zullen dus in de eerste plaats bedacht dienen: te
zijn op het aanwenden van dat middel en zich, overeenkomstig
het gestelde in p. 30 (2) van ons Q. V. I. ter verdediging inrichten.
In verband echter met het feit, dat men door schieten alleen
een vijand niet uit zijn opstelling verjaagt (in deze positie ver
keert de binnengedrongen aanvaller tijdelijk en plaatselijk, als
hem het doordringen door vuur belet wordt) en gelet op de taak
van den verdediger, den aanvaller het bezit van eenig terreinge
deelte te ontzeggen, zal deze tot een juiste uitvoering van zijn
taak naar het handgemeen moeten grijpen, m. a. w. moeten over
gaan tot den tegenstoot.
Resumeerende zien we, dat a) de factor „beweging" ook in de
verdediging onmisbaar is, welke beweging uitdrukking vindt in
den tegenstoot, uitgevoerd door de daarvoor bestemde afdeelingen
(reserves), b) deze actie echter in de tweede plaats komt, zoo
dat het doen en laten van een reserve-afdeeling in de eerste
plaats beheerscht wordt door de vraag op welke wijze, zij het
best van het primaire middel „het vuur" gebruik kan maken, om
den vijand het doordringen in de stelling te beletten.
Dit klemt des te sterker, omdat (zooals wij hierna zullen zien)
er omstandigheden kunnen zijn, waarbij de tegenstoot niet aange
wend kan worden.
De tegenstoot.
Ik wil dan nu beginnen met een overzicht te geven van de
buitenlandsche zienswijzen over den tegenstoot en de uitvoering
daarvan, zooals deze zich nu, 13 jaar na het eindigen van den
Wereldoorlog, hebben vastgezet, hier en daar aangevuld met be
schouwingen, welke verband houden met onze verhoudingen en
omstandigheden.
Dit is, zooals in de inleiding door mij werd opgemerkt, daar
om van belang, wijl die zienswijze een andere is, dan die men
in de eerste jaren na den oorlog koesterde en omdat onze regle
menten, behoudens de laatste wijziging in het G. V. I., nog op
het oude standpunt staan.
Allereerst een enkel woord over de
Karakteristieke eigenschappen.
Deze zijn
a) onmiddellijk inzetten
b) automatisch
c) voorbereid zijn (van te voren)
d) plaatselijk van uitwerking.
704