Normaal heeft men automatisch beveiliging door afdeelingen van de eigen partij, die nog standgehouden hebben, en ervan op de hoogte zijn, dat in hun richting een tegenstoot zal los komen. Kan men daar niet van opaan, (gedurende het oprukken van b. v. de bataljons-reserve, hetgeen dus over een betrekkelijk grooten afstand zal moeten gebeuren, kan de toestand, wie weet hoe, alweer veranderd zijn) dan zal de commandant van de be trokken afdeeling op maatregelen bedacht moeten zijn, om alle verrassingen het hoofd te kunnen bieden. Door middel van patrouilles naar voren en op de flanken Door de z. g. verkenners? Hoewel ik het niet heelemaal eens ben met dien Franschman, die de verkenners bestempelde metpoussière d'infanterie qui ne combat, n'avance pas, n'éclaire pas, se trompe de direction, arrête la marche, géne le tir, geloof ik toch dat een betere be veiliging verkregen kan worden, door een aan de behoeften van het gevecht aangepaste groepeering van de troepen-afdeeling, waaronder tevens te verstaan het door de voorste en vleugel- afdeelingen in bedreigde richtingen uitsturen van een van hun onderdeelen (een sectie, brigade of groep), zoover als de afstand tot den vijand, de zichtbaarheid, het terrein en het artillerie vuur het veroorloven. De naar voren uitgezonden beveiligende afdeelingen blijven deel uitmaken van den aanvallenden troep, in tegenstelling met die, welke de flank beveiligen deze krijgen tevens tot taak, een soort opname-stelling in te nemen, waartoe zoo mogelijk versterking met automatische wapens gewenscht is. Zij stormen dus niet. De flankbeveiliging geschiedt dus of door afdeelingen van de eigen partij, die nog ter plaatse zijn gebleven, of door speciale afdeelingen, die dus wel deel uitmaken van de troepenmacht, welke met het doen van den tegenstoot belast is, maar aan den eigenlijken tegenstoot geen deel nemen. De in te nemen opstelling na het gelukken van den tegenstoot (m.a.w. de groepeering der troepen). Gelukt de tegenstoot, dan zal de daarmede belaste afdeeling voorloopig tot taak krijgen, het door haar heroverde terrein (als regel een gedeelte van de voorste lijn) vast te houden. Er moet een vuurplan ontworpen worden, reserves geformeerd, orde en verband in de afdeeling hersteld, verband opgenomen wor den met de neven-afdeelingen, die stand gehouden hebben en met den bevelhebber naar achteren: bericht moet worden gestuurd naar de artillerie. De achter gebleven of in de opname-stelling aanwezige auto matische wapens moeten worden aangetrokken. Soms verdient het aanbeveling de plaats van de voorste af deelingen iets meer naar voren of naar achteren te nemen, afhan kelijk van het terrein, dan de oorspronkelijke voorste lijn, teneinde 711

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 25