Door overtreding van het laatste verbod vielen eenige manschap pen ten offer aan vergassing, doch verder werden geen ongeval len gemeld. Wel bleek later, dat het noodig was om de man schappen van de eerste aanvalsgolf te waarschuwen voor het opblazen van mijnen. Een groot aantal divisiecommandanten had zich verzet tegen het opblazen dezer zware mijnen, daarbij als reden opgevende, dat de gevormde trechters een diameter kregen van 90 m en hen daardoor belangrijk zouden beperken in de breedte van hun aanvalsfront. Hoewel deze tegenstand dus wel eenigen goeden grond had, gelastte het Alg. Hoofdkwartier niettemin de plannen geheel door te voeren. Door het grillige beloop der stellingen deed zich het volgende eigenaardige geval voor na de ontploffingen deden geruchten de ronde, dat Duitsche mijnen achter de Engelsche voorste linie zouden zijn gesprongen, doch bij onderzoek bleken dit Engelsche mijnen achter het Duitsche front geweest te zijn. (schets 6). De veroorzaakte bodemtrillingen waren opmerkenswaard en deden zich tot verder dan 30 km afstand gevoelen in Rijssel op 18 km afstand ontstond een paniek en werd aan een echte aard beving gedacht. Voor den slag bij Meenen en alle verdere operaties met beperkte, doeleinden werd groote aandacht besteed aan diepe onderkomens voor de staven van alle formaties vanaf de bataljons, met het gevolg dat het Alg. Hoofdkwartier in veel nauwer contact bleef met den slag dan tevoren mogelijk was, toen lagere commandanten met hun verbindingen niet op bijzondere wijze beschermd waren. Na Meenen werd door de Duitschers niet ernstig meer gemi- neerd en konden de Engelsche mineurscompagnieën in hoofdzaak gebruikt worden voor nuttiger werk als het maken van gedekte verbindingen en bomvrije onderkomens. Resumeerende kunnen we vaststellen, dat het Engelsche mineur- wezen zich in twee richtingen heeft ontplooid a. den nrijnoorlog, b. het mineeren van bomvrije onderkomens en lange gedekte verbindingsgangen (tunnels of Russische sappen), en uit het voorafgaande kan de les getrokken worden, dat de mijn- oorlog ook in de toekomst zal worden toegepast in den vesting- of stellingoorlog, als verdedigingsmiddel, en als aan valsmiddel alleen dan wanneer alle andere middelen gefaald heb ben. Dat hij in dezen oorlog ook bij den aanval zoo geweldige vlucht nam, moet meer als een uitwas beschouwd worden, ont staan door het feit, dat er niemand was, die op dezen uitgroei van den mineurdienst voorbereid was en de gevolgen daarvan tevoren had kunnen beoordeelen en overzien. Toegepast bij den aanval, kost de mijnoorlog zooals thans wel gebleken is zulk 727

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 41