5. NAAR AANLEIDING VAN „MITRAILLEUR- BEWAPENING VOOR VLIEGTUIGEN" door L. C. A. v. DAM, le Luit. der art.-waarnemer. Met zeer veel genoegen troffen wij in het I. M. T. van April j. 1. een artikel aan van de hand van den heer R. over boven genoemd onderwerp, hetwelk wij met groote interresse lazen, niet het minst door zijn gedegen inhoud en wel doordachte argumentatie. Waar wij grootendeels met bedoeld artikel kunnen instemmen vooral ook met de conclusie van S. over de bij de L. A. in gebruik zijnde achtermitrailleurs, zij het ons toch vergund eenige zakelij ke opmerkingen te berde te brengen. Hierdoor wordt het vraag stuk van twee geheel verschillende kanten belicht, hetgeen voor hen die met dit onderwerp niet dagelijks te maken hebben niet anders dan van voordeel kan zijn. Onder het hoofdstuk „vleugelmitrailleurs" zegt S. dat hij ze zou willen zien toegepast op onze (lichte) bommenwerpers, met name de Fokker C. V. E. toestellen, terwijl hij even later onder de kenmerkende eigenschappen van deze vliegtuigen vermeldt dat bij bommenwerpers het gebruik van de voormitrailleurs tot de uitzonderingen zal behooren. Welnu, indien het gebruik van de voormitrailleurs tot de uit zonderingen zou behooren, waar ook wij van overtuigd zijn, neem dan het minimum aantal mee, liever één dan twee, en zeker geen vleugelmitrailleurs. Immers bij bommenwerpers vertegenwoordigen mitrailleurs met toebehooren niet anders dan een dood gewicht waarvoor in verband met het beperkte draagvermogen de nuttige bommenlast verminderd zou worden, hetgeen bij de lichtere toestellen nog sterker spreekt dan bij de zwaardere. Hier staat tegenover dat onze lichte bommenwerpers ook voor andere opdrachten gebruikt zullen moeten worden, bijv. voor de strategische verkenning en z. n. voor slagaanvallen. Bij de strate gische verkenning wordt in het algemeen alleen gevlogen en is dus een goed a/werend vermogen noodzakelijk, niet echter een groot offensief vermogen. Ook voor dit geval worden door ons de twee aanwezige voormitrailleurs voldoende geacht, vooral ook waar onze C. V. E. in vergelijking met jagers zoo weinig maniabel 736

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 50