zonder gebruik te maken van een neusklem en een speen, niet voor gasmaskerdoek geschikt. IV. De doordringbaarheid in verschillende chemische beschermingsmiddelen (beschermende zalven). Het lag voor de hand de mogelijkheid te onderzoeken of chloor kalk een zeker en betrouwbaar vernietigingsmiddel voor mosterd gas en lewisiet (Zie H.T.M.G. pt. 117. (11), (12)) in de een cf andere vorm als beschermingsmiddel kon worden aangewend en wel in het bijzonder voor lichaamsdeelen, die niet of bezwaarlijk door beschermende kleeding kunnen worden bedekt (handen, deelen van het gelaat). Droge chloorkalk echter pakt onvoldoende op de huid en is daarvoor dus niet te gebruiken, weshalve uitsluitend chloorkalk in vasten vorm, zooals in zalf- en pastavorm, in aanmerking ge bracht kan worden. Een ander bekend oxydatiemiddel dat voor zalfbereiding in aan merking komt is kaliumpermanganaat, zoodat besloten werd de doordringbaarheid van mosterdgas en lewisiet in de navolgende zalven te onderzoeken a. een zalf met 15,25,30,40 en 50 °/0 chloorkalk. b. een zalf met 1 en 2 °/o kaliumpermanganaat. c. normale droge chloorkalk (dus in poedervorm). d. de door Vedder in „the Medical Aspects of Chemical Warfare" aangegeven zalf van de volgende samenstelling Zinc oxide 45 °/0 (zinkoxide) Linseed oil 30 °/0 (lijnolie) Lard 10 °/0 (varkensreuzel) Neutral wool fat 15 (wolvet, lanoline) Deze zalven worden op den arm en het onderbeen van een man gesmeerd en besloegen een oppervlakte van 4X6 cm. Op iedere zalfsoort werd een druppel mosterdgas en lewisiet gedruppeld, welke men gedurende 30 min. liet inwerken. Het spreekt van zelf dat de zalf dikte een niet onbelangrijke rol speelt en zullen daarom de zalfproeven altijd iets verschillend uitvallen omdat het zalfmengsel met een spatel niet altijd even dik op de huid gesmeerd kan worden. Bij de proeven werd de zalf in een iets meer dan mesrugdikke laag aangebracht. Bij de proeven bleek dat mosterdgas nagenoeg niet in de zal ven drong. Bij de Amerikaansche zalf bleef de druppel onder een lichte bruineering staan en drong lewisiet ook niet in. Tevens bleek bij deze proef dat de druppel gas, welke op de zalf werd aangebracht, vanwege de ronde vorm van armen en beenen neiging had weg te loopen, waardoor onbeschermende lichaamsdeelen konden worden besmet. 751

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 65