echter iets langer, hetgeen aan een te gering percentage chloor kalk kan worden toegeschreven. Uit het vorenstaande is dus reeds gebleken dat, hoewel de chloorkalkzalf den mensch eenige bescherming geeft, de huid de 50 °/o zalf slecht verdraagt en deze reeds binnen een half uur zoodanig irriteert, dat men feitelijk aanvankelijk niet wist of de verbranding door de chloorkalk dan wel door de gassen zelf werd veroorzaakt. Bovendien moet de zalf betrekkelijk dik op het lichaamsdeel worden gesmeerd en daarop blijven, hetgeen practisch, bij per sonen die arbeid verrichten, niet wel mogelijk is, omdat de zalf spoedig zal worden afgewischt. Indien dan ook, in geval van nood, chloorkalk moet worden gebruikt, dan verdient de 25 40 zalf de voorkeur. Dr. Biischer verklaart echter zelf persoonlijk, nimmer bij de proeven met der gelijke zalven te hebben gewerkt, aangezien hem gebleken is dat het herhaalde a fwrijven van de huid met droge chloorkalk waarna deze met de een of andere zachte crème werd ingewreven de zekerste en de beste bescherming gaf. (Deze methode welke in het labaratorium b. v. zeer goed bruik baar is, heeft natuurlijk in de practijk, buiten, zijne bezwaren). Gezien deze ervaring was het positieve resultaat bij de proef met zuivere droge chloorkalk, die bovendien in een dikke laag op de huid was aangebracht, dan ook zeer verrassend. Dit werd dan ook toegeschreven aan een reactie die plaats had tusschen een gedeelte van het op de chloorkalk gedruppelde mosterdgas en lewisiet met de chloorkalk, waarbij een onverzadigde rest schijnt over te blijven, die dan nog op de huid inwerkt. Daarom moet men dan ook, in het bijzonder indien mosterdgas op de huid komt, deze goed en meerdere malen met chloorkalk inwrijven, opdat alle resten grondig worden vernietigd. Bij de kaliumpermanganaatzalven is de inwerking van mosterd gas en lewisiet het sterkst. Nog na 7 dagen werd, in het bijzon der bij mosterdgas, sterke nekrose waargenomen, met weinig neiging tot genezing. Kaliumpermanganaatzalven bieden dan ook onvoldoende weerstand en moeten niet worden toegepast. In de Amerikaansche zalf werd reeds, in verband met hare samenstelling, in den beginne geen groot vertrouwen gesteld, het geen dan ook door de proeven volkomen werd bevestigd. Aangezien deze zalf echter steeds in de desbetreffende litteratuur als be- schermingszalf tegen mosterdgas wordt opgegeven, (zie ook De Chemische Oorlog van S. Schilderman pag 224) werd het gewenscht geacht hiermede nog een nadere proef te houden. Wij hadden reeds gezien dat de zalf, na inwerking gedurende 30 min. van een druppel mosterdgas of lewisiet, geen bescher ming gaf. 754

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 68