„Wat kunnen we verwachten?" Alles. De tegenpartij zit overal, rondom ons heen. In een cirkel van 360° om ons heen zullen we moeten blijven uitkijken. Van geen enkele zijde zijn we veilig. „Hoe zal onze tegenstander hoogstwaarschijn lijk optreden?" Laten we dit niet te gering schatten. De tijd van met karbou wen een tramlijn uit zijn verband trekken is voorbij. De biosco pen, oorlogsfilms e. d. hebben den tegenstander een massa ge leerd. De mogelijkheid dat de tegenstander zich in 't bezit stelt van een dynamietvoorraad is geenszins uitgesloten. Afdoende bewaking van de opslagplaatsen van springmiddelen toebehoo- rende aan de S. S. (Gouv. Bedrijven), aan de B. O. W. moet dus een eerste zorg zijn. Zullen we niet moeten rekenen op „skilled labourers" bij den tegenstander, menschen die gewend zijn om met springmiddelen om te gaan Zeer zeker zullen we daarop moeten rekenen en deze tegen standers zijn veel gevaarlijker dan zij, die met in hun handen niet vertrouwde vuurwapens op ons in durven stormen. „Hoe lang zullen de spoorwegtrajecten, die we te bewaken krijgen, wel zijn? Hoe lang? Niet te berekenen, maar wel kunnen we nu al zeg gen, dat deze trajecten zoo lang zullen zijn, dat van een alge- heele, absoluut afdoende bewaking geen sprake zal zijn. Aan menige afdeeling militairen zal hier een schier boven- menschelijke taak gegeven moeten worden. Hieruit volgt dus al, dat spoorwegbewaking in de eerste plaats actief, zeer actief zal moeten worden uitgevoerd, dus niet te veel werken met staande patrouilles, posten e. d. doch met zich be wegende patrouilles, zoo nu en dan en waar mogelijk en wen- schelijk op middelen van versneld vervoer (Motorlorrie's e. d.). De spoorwegbewaking zal aangepast moeten worden aan onze omstandigheden en we kunnen gerust zeggen, dat de punten a en b van het voorbericht in ons A. T. V. ook hierop van toepassing zijn. n. 1. „Dit voorbericht is geen leerboek der tactiek." Het geeft in tactisch opzicht alleen a. De grondregels, welke de richting van ons handelen moeten bepalen, onder de omstandigheden, die zich hier te lande voor doen; b. in hoofdlijnen de, op de eigendommelijkheden van onze terreinen (hierbij zou in dit geval gevoegd kunnen worden „en van onze eventueele tegenstanders" Sen op de ons ten dienste staande middelen berustende methoden, welke bij de uitvoering onzer plannen toepassing zullen moeten vinden." 758

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 72