Na het vorenstaande in beschouwing te hebben genomen zijn we gekomen aan de vraag „Welke soorten vernielingen kan onze eventueele tegenstander aan onze spoorlijnen enz. tot stand brengen?" Hierbij kunnen we in de eerste plaats twee hoofdsoorten onder scheiden en wel le. Een vernieling, zoodanig, dat de lijn (c q. brug) pas na een zeer veel tijd kostende herstelling (vernieuwing) weer in gebruik kan worden genomen. 2e. Een vernieling, die meer den vorm heeft aangenomen van een tijdelijke onbruikbaarmaking. Tegen de eerste soort vernieling kunnen we ons, naar mijne meening, voldoende wapenen, indien, zooals bovenomschreven, de bewaking maar actief ten uitvoer gelegd wordt. Deze soort vernielingen zijn van dien aard, dat het den tegenstan der ook veel tijd zal kosten die voor te bereiden. Om een voorbeeld te noemen het absoluut onbruikbaar maken van een spoorbrug. Hiervoor zal de tegenstander b. v. moeten toepassen het uit graven van den grond achter een van metselwerk dan wel van beton gemaakt landhoofd, om in dit aldus ontstane gat een zware lading springmiddelen te plaatsen, daarna deze lading weer in de uitgegraven grond goed op te stoppen om ze daarna tot springen te brengen. Het landhoofd zal dan hoogstwaarschijnlijk voorover in de rivier gedrukt worden, één vak van de spoorbrug medenemende. Tegen dergelijke vernielingen kunnen we, als we maar actief; zijn, voldoende waken. De onder 2e genoemde vernielingen zullen ons meer zorgen geven en zullen we indien de tegenstander in zake deze actief is, deze niet altijd kunnen voorkomen. Laten we dan eens nagaan voor welke gevallen men ons dan zou kunnen plaatsen. 1. Het losschroeven van laschplaten en het weggooien daar van tegelijk met de laschbouten, speciaal van één of meer stukken van een buitenbocht. Déraillement zal daarvan het gevolg zijn. 2. Het leggen van een lading tegen een lasch dan wel een rail (zie fig. 1 en 2). Speciaal in bochten beloven deze vernielingen succes, mits gelegd aan de binnenzijde van de buitenrail. 3. Het leggen van een lading tegen een ijzeren brugligger, al dan niet gecombineerd met een lading tegen de rails. (Doel matige opstopping van de lading kost hier echter nog vrij veel arbeid). 4. Vernieling van een wissel (zie fig. 3). Wissels vormen zeer dankbare objecten, omdat hier geen extra arbeid behoeft te worden verricht voor opstopping der lading. 759

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 73