beïnvloed door de noodzakelijkheid om losse locomotieven dan wel ledige treinen in tegengestelde richting te laten loopen. In dit opzicht verkeeren wij op Java in gunstige omstandigheden vanwege het uitgebreide locomotieven-, rijtuigen- en wagenpark. De gemiddelde snelheid, waarmede militaire treinen zullen mogen loopen, is eenerzijds afhankelijk van de eischen van vei ligheid, anderzijds van de capaciteiten van de minst krachtige locomotieven, die nog voor het vervoer zullen moeten worden gebezigd. De snelheid, die de oudere locomotieven ontwikkelen, is wel zoodanig, dat hierdoor geen vertragende invloed zal worden ondervonden vertraging is voornamelijk te verwachten als gevolg van de omstandigheid dat de watervoorraad van deze locomotieven herhaaldelijk aanvulling zal behoeven. Rekening houdende met deze factoren kunnen wij echter nog rekenen op een zoogenaamde „behouden snelheid'' op de vlaktelijnen van 36 km., op de berg- lijnen (de zwaardere gedeelten) van 26 km. Wat met één militairen trein kan worden vervoerd, is afhankelijk van het toegelaten maxi mum tongewicht en de maximum treinlengte (aantal voertuigen). De verschillende lijngedeelten stellen verschillende eischen verband houdende met de daarin voorkomende hellingen, waarbij de te stellen eischen voor vlaktelijnen weer anders zijn dan die voor berglijnen. In den regel zal daarvan het gevolg zijn, dat een 694 Voor spoorwegen der le klasse (zie spoorwegverordening (S. V.) deel 11 Hoofdstuk I art. 6) geldt (1). De lengte van een trein moet zoodanig zijn, dat het totaal aantal wiel- assen der aan het (de) dienstdoend(e) trekvoertuig(en) gekoppelde voertuig niet meer bedraagt dan 100 voor expres-, snel- of personentreinen, 150 voor gemengde treinen en 200 voor goederentreinen. (2). De Directeur is bevoegd, onder nader te stellen voorwaarden een hoo- ger maximum aantal assen toe te staan of, indien bijzondere omstandigheden zulks naar zijn oordeel noodig maken, een lager maximum aantal assen voor te schrijven (S. V. Deel IV hoofdstuk 1 art. 6). Voor spoorwegen der 2de klasse (zie Deel II Hoofdstuk II, art. 15 geldt: (1). De lengte van een trein mag niet grooter zijn dan 120 meter en op lijnen of lijngedeelten, welke op eigen baan zijn gelegen, niet grooter dan 200 meter. (3). Voor spoorwegen welke met een grootste hoeveelheid van meer dan 45 kilometer per uur bereden worden, geldt het bepaalde bij art. 84 (S. V. Deel IV Hoofdstuk II, 6, art. 137). Het toelaatbare tongewicht van een trein is overigens in het algemeen af hankelijk van de treinsoort (expres-, snel-, personen-, gemengde en goederen trein), locomotieftype en het te berijden traject (zie hiervoor Handleiding 2, Dienst van Tractie en Materieel, van den dienst der Staatsspoor en tramwegen). OPGAVE van de tongewichten en treinlengten van enkele militaire treinen, waarmede worden vervoerd tongewicht treinlengte in m. a. 1 bataljon infanterie. 700 450 b. staf van een regiment infanterie en 1 mitrailleurcompagnie. 550 370 1 eskadron cavalerie. 310 220 c. d. 1 batterij bergartillerie. 475 340 e. 1 batterij veldartillerie. 400 285

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 8