nationale strijdmacht en liet organiseereil van den vrede langs juridischen weg. Met betrekking tot het beginsel der qualitatieve ontwapening legde de delegatie van de Vereenigde Staten den 11 den Aprilde volgende resolutie voor aan de Alg. Commissie. „De Alg. Commissie meent, dat de afschaffing van aanvalswa pens een eerste en onafwijsbare voorwaarde zou vormen niet „alleen voor de vermindering van de bewapeningen, maar ook „voor het verkrijgen van veiligheid en besluit „le. a. Dat de volgende wapens een uitgesproken bedreiging vor men voor de verdediging te landtanks, zware mobiele artillerie en gassen, en uit dien hoofde zouden moeten worden afgeschaften b. Aan de Landcommissie te verzoeken een plan te ontwer pen voor de vernieling van tanks en mobiel geschut van meer dan 155 m.M. en voor de afschaffing van het gebruik van gas in den oorlog en dit plan aan de Alg. Comm. voor te leggen. „2e. a. Dat een overeenkomst tusschen de Staten om in geval van oorlog van het gebruik van de bovengenoemde wapens af te zien eveneens noodzakelijk isen b. Aan de Politieke Commissie te verzoeken de tekst van die overeenkomst te ontwerpen en aan de Alg. Comm. voor te leggen. De resolutie ondervond alleen van Fransche zijde, bij monde van Tardieu, principieele bestrijding. Hij noemde agressie een politiek begrip en verklaarde, dat een aangevallen staat evengoed aanvalswa penen noodig had als de aanvaller zelf, omdat de verdediger den aanvaller alleen over de grenzen zou kunnen terugdrijven, als de eerste in de gelegenheid was op een gunstig moment tot het contra-offensief over te gaan. Hij beriep zich daarbij op het ver loop van den strijd van 1914—1918 op het Westfront. Uit de woorden van Tardieu blijkt dus, dat Frankrijk niet wil overgaan tot afschaffing en vernietiging van de genoemde aanvalswapenen, doch die, ter gemoetkoming aan het algemeene streven tot af schaffing daarvan, overeenkomstig zijn in het vorig overzicht op genomen voorstel, aan den Volkenbond ter beschikking wil stellen. De vorengenoemde motiveering van dat standpunt klinkt uit den mond van een vertegenwoordiger van een land met zwaar ver sterkte grenzen wel wat gezocht, omdat die grenzen zonder mach tige aanvalswapenen wel niet zullen kunnen worden overschreden. Vandaar dan ook de tegenstrijdigheid in het betoog van Tardieu, die uitgaat van de basis, dat de aanvaller over de genoemde zware aanvalswapenen beschikt, terwijl juist in de resolutie werd voorgesteld die wapens af te schaffen. 809

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 35