ernstige mate rekening blijven houden met den oorlog als middel in de internationale politiek tot het bereiken van een gesteld doel. Engeland, de Vereenigde Staten en Japan weigerden b. v. om slagschepen als specifiek offensief aan te merken of te erkennen, dat hun offensief karakter toeneemt, naar mate hun tonnage groo- ter en hun bewapening zwaarder is. Frankrijk aanvaarde tenminste de laatste stelling, doch ten aanzien van de zware veldartillerie was de verhouding juist omgekeerd. Een ander voorbeeld leverde de onderzeeboot, welke door een der bezitters van de grootste slagschepen als uitsluitend offensief werd beschreven, terwijl Frankrijk e. a. landen (w. o. Nederland) er vooral een defensief wapen tegen de grootste slagschepen in zagen. Alleen in het speciale comité voor de chemische en bacterio logische strijdmiddelen kon een voldoende mate van overeenstem ming worden bereikt om een werkelijk gemeenschappelijk rapport vast te stellen. Enkele landen namen in alle commissies nog een bijzonder standpunt in. Zoo betoogde Duitschland steeds, dat alle bij het vredesverdrag van Versailles aan dat land ontzegde wapens daar door tot specifiek offensieve gestempeld waren en dus thans aan alle landen verboden dienden te worden. Sovjet-Rusland trachtte steeds alle landen te overbieden en Italië deed soms op andere wijze hetzelfde. De Nederlandsche gedelegeerden hebben in alle commissies een redelijke opvatting der resolutie van 22 April bepleit om de Alg. Commissie in staat te stellen het aanvaarde beginsel van qualitatieve ontwapening te verwezenlijken. In vele gevallen kon den zij samenwerken met de gedelegeerden van de Skandinavische landen, waarbij zich vaak weer anderen aansloten. I. Het rapport van de Landcommissie. In verband met de door de Alg. Commissie op 22 April geno men besluiten de qualitatieve ontwapening als beginsel te aan vaarden en in de eerste plaats die wapens aan een onderzoek te doen onderwerpen, welke le. het meest uitgesproken offensief karakter hebben, 2e. een sterke bedreiging vormen voor de nationale verdedi ging en 3e. een groot gevaar vormen voor de burgerbevolking, heeft de Landcommissie als uitvloeisel van de vorenbedoelde be sluiten op den 7den Juni een rapport ingediend, waarin artillerie, gepantserde voertuigen en bepaalde versterkingen aan een be schouwing zijn onderworpenvoor de behandeling van de wa penen, welke werden geacht uitsluitend onder het derde criterium 814

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 40