grensversterkingen, voornamelijk afhangt van het gewicht van de tanks, omdat met de stijging daarvan ook het vermogen tot over winning van hindernissen en bestrijding van doelen klimt. Deze groep oordeelde, dat alleen de zwaarste categorie van tanks, n.l. die met een minimum gewicht van 20 ton, een overheerschend offensief karakter had, doch dat in het algemeen tanks, van welk type ook, geen bijzonder gevaar voor de burgerbevolking vormden. Ten slotte meende Frankrijk, dat alleen tanks met een minimum gewicht van 70 ton en bestemd om offensief op te treden tegen permanente versterkingen onder de resolutie van 22 April vielen. Als motiveering dezer meening gold, dat tanks voor den verde diger meer en meer van belang worden a. Om den tegenaanval te steunen als het moeilijk is artillerie tot steun in te deelen als gevolg van het onbekend zijn met de juiste opstelling van den aanvaller en de uitgangsstelling van de eigen tegenaanvallende infanterie. b. Omdat met de anti-tanks wapens, welke steeds meer vol maakt worden, in een verdedigende stelling op gemakkelijke wijze een volledig en doeltreffend systeem van verdediging kan worden opgebouwd, terwijl het veel moeilijker is voor de tanks om een aanval te vergezellen, zoodat de aanvallende troepen veel meer van de anti-tank wapens zullen hebben te lijden dan omgekeerd de troepen van den verdediger van de tanks van den aanvaller. c. Daar zij in een permanent verdedigingssysteem als mobiele forten kunnen ageeren, in staat om, dank zij de voor dat doel aangelegde wegen, te worden ingezet op bijzonder bedreigde punten of een door den aanvaller geslagen gat snel te stoppen. Ook Frankrijk achtte tanks in geen geval bijzonder gevaar lijk voor de burgerbevolking. Sommige delegaties wilden pantseraut o's bij de qualitatieve ontwapening betrekken en eenige daarvan ondersteunden de door Nederlandsche delegatie aanbevolen formule om alleen aan die pantserwagens een speciaal offensief karakter toe te kennen, welke voorzien waren van bijzondere inrichtingen, ze geschikt makende voor gebruik op het slagveld. De overige delegaties weigerden pantserwagens tot de in de resolutie van 22 April bedoelde wapens te rekenen op grond van de feiten, dat de waarde ervan op het slagveld zeer beperkt is, dat het als regel gemakkelijk is, als ze aan de wegen zijn gebon den, hun offensief vermogen te verlammen door de wegen te blok- keeren, dat zij zich niet ver van de troepen mogen begeven, met welke zij samenwerken, dat zij slechts licht zijn gepantserd en dat ten slotte verschillende mogendheden deze wapens als een krachtig middel beschouwen voor de handhaving van orde over groote uitgestrektheden van haar gebied. 818

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1932 | | pagina 44